Maak kennis met Sharon Unsworth

1. Wat is jouw beroep/functie?

Ik ben taalwetenschapper, podcastmaker en science engager. Ik werk aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar ik onderzoek doe naar de taalontwikkeling van meertalige kinderen. Daar gaat mijn podcast (www.kletsheadspodcast.nl) ook over. Mijn recent onderzoek behandelt thema's zoals welke factoren bijdragen aan een succesvolle meertalige opvoeding (denk hierbij aan factoren zoals het type en de hoeveelheid taalaanbod) en hoe de twee talen van een meertalig kind elkaar kunnen beïnvloeden. Tot nu toe hebben mijn team en ik ons vooral geconcentreerd op kinderen die hier in Nederland wonen, maar onlangs zijn we begonnen met een project over Nederlandse taalontwikkeling van meertalige kinderen in het buitenland, dus kinderen die Nederlands als thuistaal hebben en op school een andere taal leren, zoals het Frans of Duits. Dit is het onderzoek van promovenda Joyce van Zwet dat in samenwerking met Stichting NOB (Nederlands Onderwijs in het Buitenland) wordt uitgevoerd.

2. Op welke manier is het Nederlands belangrijk voor jou en de sector waarin je werkt?

Zoals gezegd richt mijn onderzoek zich op de taalontwikkeling van meertalige kinderen in Nederland. In die zin is het Nederlands heel belangrijk voor wat ik doe. De laatste tijd hoor je veel over de dalende taalprestaties van Nederlandse leerlingen en over een gebrek in interesse als het gaat om lezen onder jongeren. Dat is erg jammer, want voldoende kennis van de Nederlandse taal is essentieel om je als kind in Nederland en Vlaanderen te ontwikkelen en ontplooien. Als je iets aan de dalende taalprestaties en desinteresse van kinderen wilt doen dan moet je volgens mij beginnen met hun plezier in taal vergroten. Kinderen vinden taal vaak moeilijk of saai, maar niets is minder waar! Die boodschap staat centraal in de activiteiten die wij vanuit Kletskoppen (www.kletskoppenfestival.nl) organiseren. Kletskoppen is een initiatief van de Radboud Universiteit en het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en is begonnen als een festival (het eerste en enige) voor kinderen over taal en wetenschap. Inmiddels is het uitgebreid tot een hele reeks aan activiteiten. Kletskoppen laat zien dat taal veel meer is dan lezen en spellen, en dat wetenschap veel meer is dan de beta- en medische wetenschappen. 

3. Waarom vind je het belangrijk om je in te zetten voor de Taalunie?

Ik voel me enorm vereerd dat ik gevraagd ben om lid te worden van de Raad, zeker als iemand die Nederlands als tweede taal heeft geleerd. Ik heb Nederlands in het buitenland geleerd, als deel van mijn studie Duits (!) aan Newcastle University in het Verenigd Koninkrijk, en heb dus geprofiteerd van het feit dat er ook buiten het Nederlandse taalgebied aandacht voor het Nederlands is. Al besef ik heel goed hoe veel voordeel ik heb als moedertaalspreker van het Engels, ik vind het wel jammer als het Engels de talige diversiteit zowel hier in Nederland als daarbuiten onderdrukt. Talige diversiteit is iets dat we horen te vieren. Voor kinderen in Nederland en Vlaanderen betekent dit ook dat het leren van het Nederlands niet ten koste mag gaan van de andere taal of talen die zij kennen. In mijn optiek is het niet een kwestie van of-of, maar en-en. Ik hoop dat ik in mijn rol als lid van de Raad een bescheiden bijdrage kan leveren aan het bevorderen van positieve aandacht voor allerlei verschillende vormen van meertaligheid en de belangrijke rol van andere talen bij het leren van het Nederlands.

4. Wat vind je het mooiste Nederlandse woord en waarom?

Mijn lievelingswoord in het Nederlands is helaas niet helemaal geschikt voor dit gesprek (!) maar andere woorden die ik heel bijzonder vind zijn woorden zoals “hèhè, poe poe, nou nou”. Je zegt daarmee zo veel met zo weinig en dit zijn uitdrukkingen die voor mij heel erg Nederlands zijn.

5. Wat vind je de mooiste/interessantste Nederlandse tekst en waarom?

Ik ben grote fan van NEMO kennislink. Dit is een website met duizenden artikelen waarin er in toegankelijke taal verteld wordt over allerlei vormen van wetenschap. Ik vind het interessant omdat ik hier altijd iets van leer, zowel over wetenschapscommunicatie als over de inhoud.