1. Wat is jouw functie?
Ik ben essayist, en freelance uitgever en curator.
2. Waarom vind je het belangrijk om je in te zetten voor de Raad / de Taalunie?
Al heel mijn leven zet ik me in voor de Nederlandse taal en de Nederlandstalige cultuur. Ik vind dat ik voldoende ervaring heb om mijn bescheiden bijdrage te leveren aan het algemeen belang. Daarom heb ik ook zelf gesolliciteerd voor de Raad. Als uitgever van algemene boeken heb ik altijd in een commerciële omgeving gewerkt. Daardoor besef ik heel goed dat taal- en leesvaardigheid, en de leescultuur in het algemeen, helemaal niet vanzelf ontstaan. Ik vind dat we er vandaag alles aan moeten doen om de neerlandistiek te bevorderen en de basistaalvaardigheid weer zo breed mogelijk te verbeteren.
3. Waarom is het Nederlands belangrijk voor jou en voor de sector waarin je werkt?
Het Nederlands is mijn moedertaal. Het is ook de grondstof van al wat ik onderneem. Als de basistaalvaardigheid verslapt of achteruitgaat, dan heeft dat een rechtstreeks gevolg voor alle geledingen van de leescultuur, van het onderwijs tot de media. Bovendien is het in een complexe samenleving van cruciaal belang om elkaar zo goed mogelijk te begrijpen. Dat doen we in de eerste plaats dankzij het Nederlands, de taal die ons cultureel kan verbinden met elkaar.
4. Wat is voor jou het mooiste woord in het Nederlands en waarom?
Wijsbegeerte vind ik een heel mooi woord, ook omdat het verzonnen is door Simon Stevin, een Brugse natuurkundige uit de zestiende eeuw. Stevin begreep het belang van de taal bij het beoefenen van wetenschap. En hij vond dat het Nederlands uitermate geschikt was voor kennisoverdracht. Daarom verzon hij een waslijst Nederlandse varianten van Latijnse termen. Stevin zou ook de suprematie van het Engels vandaag met groot plezier te lijf gaan.