Uit de nulmeting in Nederland en België maakt de Taalunie op dat het Nederlands springlevend is. Onze taal wordt in alle onderzochte situaties gebruikt en is in de meeste van deze situaties ook vanzelfsprekend de voertaal. Dat geldt onder meer voor het sociaal verkeer, op het werk en in het leerplichtonderwijs.
Nederlands en Engels
Online, op sociale media en in cultuurbeleving neemt het Engels een meer zichtbare plaats in naast het Nederlands. Dat geldt met name voor het opzoeken van nieuws en informatie op het internet en het beluisteren van populaire muziek. Dit gebruik van het Engels naast het Nederlands is op zich geen bedreiging voor het Nederlands en laat vooral zien dat Nederlanders en Belgen zich ook internationaal willen oriënteren.
In het hoger onderwijs en de wetenschap lijkt het Engels niet naast, maar in de plaats van het Nederlands te komen. Dat geldt met name voor de masteropleidingen aan universiteiten en wetenschappelijke publicaties. Deze vervanging van het Nederlands door het Engels is een punt van zorg voor het Nederlands en vraagt daarom om meer maatschappelijke reflectie in zowel Nederland als België.
Flankerend onderzoek
In 2018 en 2019 is in het kader van het onderzoek naar de staat van het Nederlands een flankerend onderzoek uitgevoerd naar de instructie- en gebruikstaal of talen op universiteiten in Antwerpen (Vlaanderen), Utrecht (Nederland) en Anton de Kom (Suriname). Dit onderzoek is mede geïnitieerd op basis van de uitkomsten van het onderzoek naar de staat van het Nederlands in 2016, toen bleek dat met name in het hoger onderwijs het gebruik van het Nederlands leek af te nemen.
Visualiseringen van het onderzoek naar de Staat van het Nederlands
Van de onderzoeken naar de Staat van het Nederlands (2017 en 2019) zijn visualiseringen voor de Atlas van het Nederlands gemaakt door uitgever Lannoo.
Naar de visualiseringen