Het Nederlands staat sterk
De eerste drie onderzoeken naar de Staat van het Nederlands in 2016, 2018 en 2020 lieten duidelijk zien dat Nederlands de voornaamste voertaal in Nederland en Vlaanderen is. Het Nederlands is onder meer de dominante taal op het werk en in het sociaal verkeer.
Het gebruik van Nederlands in het hoger onderwijs en de wetenschapswereld blijft een punt van zorg. Aan de Nederlandse universiteiten is het gebruik van uitsluitend Engels toegenomen, maar het maatschappelijk draagvlak voor hoger onderwijs in een andere taal dan het Nederlands neemt wel af.
Onderzoeksopzet Staat van het Nederlands
VVoor het onderzoek naar de Staat van het Nederlands worden zowel mensen bevraagd als feitelijke gegevens verzameld. Voor de eerste drie edities werd een panel met meer dan 6.000 respondenten uit Nederland, Vlaanderen, Brussel en Suriname bevraagd. Het onderzoek naar de Staat van het Nederlands wordt in opdracht van de Taalunie uitgevoerd door het Meertens Instituut in Nederland, de Universiteit Gent in België en het Instituut voor de Opleiding van Leraren in Suriname.
Nieuwe opzet vanaf 2024
Na de derde editie is de Taalunie begonnen aan een professionaliseringsslag voor Staat van het Nederlands. Op advies van het CBS is bijvoorbeeld afgestapt van het bestaande panel. In plaats daarvan wordt het onderzoek uitgevoerd door CenterData (Nederland) en IPSOS (Vlaanderen). Ook is de vragenlijst gestroomlijnd, en aangepast op basis van beschikbare data uit andere bronnen.
Voor Brussel zal in de nieuwe editie van Staat van het Nederlands geen apart onderzoek worden uitgevoerd. De reden hiervoor is dat de BRIO Taalbarometer hier al uitstekend en uitgebreid onderzoek uitvoert naar taalkeuzes en de positie van het Nederlands. De Taalunie zal hun data dan ook gebruiken als feitelijke basis voor beleid.