Wat is de internationale neerlandistiek precies?
Anne: “De internationale neerlandistiek omvat alle hogescholen en universiteiten wereldwijd waar het Nederlands gestudeerd wordt. Dat kan in allerlei vormen. Het gaat vaak om taalverwerving, Nederlands als vreemde taal, maar ook over vertalen, interculturele communicatie, letterkunde, taalkunde en didactiek.”
Gunther: “En het gaat niet alleen om taal, maar ook om cultuur in de breedste zin. Juist dat maakt het vakgebied zo rijk.”
Waarom is het ondersteunen van de internationale neerlandistiek zo belangrijk?
Gunther: “Omdat meertaligheid een sleutelrol speelt in onze geglobaliseerde wereld. Iedereen spreekt Engels, maar wie ook andere talen beheerst, maakt het verschil. Wanneer je iemand te woord kan staan in de eigen taal, dan krijg je een andere invalshoek en nauwere banden. Het opent deuren: sociaal, cultureel en economisch. Bedrijven met een duidelijk taalbeleid die inzetten op meertaligheid doen het aantoonbaar beter. Academisch gezien verrijkt een blik van buiten het taalgebied het inzicht in het eigen taalgebied. De blik van een onderzoeker in Taiwan of Sri Lanka op bijvoorbeeld historische bronnen uit Nederland of Vlaanderen kan nieuwe perspectieven opleveren.”
Anne: “Bovendien zijn die studenten en docenten wereldwijd ambassadeurs voor het Nederlands. Ze slaan bruggen tussen hun eigen taal en cultuur en de onze. Je vindt ze terug in de journalistiek, het toerisme, het bedrijfsleven of als correspondent. En specifiek voor het wetenschappelijke vakgebied geldt inderdaad: hoe meer onderzoekers, hoe beter je het vakgebied vanuit alle perspectieven kunt zien”
Groeit de belangstelling voor het Nederlands wereldwijd?
Anne: “Dat verschilt sterk per regio. In Centraal-Europa zien we al langere tijd een stijging, vooral door economische motieven. Studenten daar beseffen dat het Nederlands hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Maar elders is er soms juist sprake van een afname, zoals bij veel taal- en cultuurstudies wereldwijd.”
Gunther: “Er is een algemene terugloop van interesse in talen sinds de coronapandemie en de opkomst van AI. Maar het laatste jaar zien we bijvoorbeeld in Frankrijk het aantal studenten weer stijgen. Ik heb het gevoel dat men weer meer en meer het belang van talen ziet. Wat ons opvalt: buiten het taalgebied wordt het belang van het Nederlands vaak sterker erkend dan in Nederland of Vlaanderen zelf. Mensen zijn verrast als we vertellen hoeveel interesse er internationaal is. En zelfs wij staan soms versteld. Bijvoorbeeld toen we in de Interparlementaire Commissie op 16 juni hoorden dat er dagelijks zo’n 200 vacatures in Italië verschijnen waarin kennis van het Nederlands gevraagd wordt.”
Anne: Dat komt ook omdat wij er vanuit ons eigen perspectief naar kijken, terwijl als je vanuit Polen naar Nederland of Vlaanderen kijkt, dan zie je een grote invloedrijke economie met een enorme geschiedenis en invloed in de EU.”
Waarom is er extra budget vrijgemaakt voor de internationale neerlandistiek?
Anne: “Eind 2022 heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarmee structureel 1 miljoen euro per jaar wordt vrijgemaakt voor de internationale neerlandistiek. Dat komt voort uit jarenlange rapporten en verhalen vanuit de IVN en Taalunie dat de neerlandistiek verder ondersteund moet worden. De neerlandistiek is internationaal een succesverhaal, maar tegelijk kwetsbaar. Op veel faculteiten wereldwijd is er te weinig financiering om docenten goed te ondersteunen en er moet voortdurend verdedigd worden waarom het belangrijk is om een kleinere taal als het Nederlands aan te blijven bieden.”
Gunther: “Deze stap is ook het resultaat van de versterkte samenwerking tussen IVN en Taalunie, en de goede verstandhouding met de minister, Eppo Bruins. Samen hebben we overtuigend laten zien dat de internationale neerlandistiek steun nodig heeft.”
Hoe gaan docenten en studenten dit in de praktijk merken?
Anne: “We hebben vier doelen geformuleerd. Het eerste is het versterken van de menskracht. Dat doen we onder andere door de basisfinanciering voor afdelingen te verhogen, door meer ruimte te creëren voor wervende activiteiten en door meer gastdocenten aan te trekken.
Het tweede doel is gericht op de nieuwe generatie neerlandici: de docenten en onderzoekers van de toekomst. We introduceren bijvoorbeeld masterbeurzen om studenten te stimuleren na hun bachelor verder te studeren in de neerlandistiek.
Ten derde willen we de status van de neerlandistiek als wetenschappelijk vakgebied versterken. Dat doen we onder andere door wetenschappelijke publicaties verder te versterken en breder toegankelijk te maken voor het hele vakgebied. Tot slot zetten we ook in op versterkte internationale samenwerking.”
Gunther: “Veel van deze maatregelen zijn aanvullingen op bestaand beleid, waarvan we weten dat het werkt. En het versterkt niet alleen de neerlandistiek buiten het taalgebied, maar ook binnen.”
Wat is de invloed van dit beleid op de neerlandistiek binnen het taalgebied zelf?
Gunther: “De internationale blik verrijkt de neerlandistiek binnen het taalgebied. Je leert anders kijken naar je eigen vakgebied. En de samenwerking tussen onderzoekers uit binnen- en buitenland verhoogt de kwaliteit van het wetenschappelijk werk.”
Anne: “Investeren in internationale neerlandistiek is ook investeren in de binnenlandse neerlandistiek. Het is één geheel. Veel van de nieuwe regelingen zijn ook gericht op uitwisseling. Denk aan studenten die een deel van hun opleiding hier volgen, of onderzoekers die tijdelijk bij een andere instelling werken.”
Hoe belangrijk is de samenwerking tussen IVN en Taalunie hierin?
Anne: “Onze samenwerking is essentieel. Het mooie van de samenwerking is dat we allebei vanuit een andere positie de uitvoering kunnen versterken. De IVN als veldpartij die de docenten vertegenwoordigt en de Taalunie als ervaren beleidsorganisatie die daar de infrastructuur voor heeft. We blijven in gesprek met docenten, volgen wat er gebeurt, en stellen bij waar nodig.”
Wat mogen we binnenkort verwachten?
Gunther: “Tijdens het Colloquium Neerlandicum in augustus presenteren Anne en ik samen de plannen aan het veld. We doen ons uiterste best om het beleid zo snel en goed mogelijk uit te rollen.”
Meer informatie over het gezamenlijk plan voor extra miljoen voor de internationale neerlandistiek
Op maandag 2 juni heeft het 102de Comité van Ministers (CM) van de Taalunie plaatsgevonden in het Errerahuis in Brussel. De bewindslieden zijn verheugd over de toekenning aan de Taalunie van het extra miljoen voor de structurele versterking van de internationale neerlandistiek. Lees hier meer.