
Kun je kort iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van NINA, het Netwerk Internationale Neerlandistiek Azië
Het Netwerk Internationale Neerlandistiek Azië (NINA) wordt officieel opgericht in april 2025 maar de voorbereidingen begonnen al in oktober 2024. Het netwerk is er voor de docenten NVT en neerlandistiek in Azië. Het is de bedoeling dat wij elkaar dankzij het netwerk ondersteunen door ervaringen, contacten, onderzoeksvragen en expertise met elkaar te delen. Wij willen als regionale groep ook zichtbaarder worden in de wereldwijde neerlandistiek, zowel in het Nederlandse taalgebied als daarbuiten. Wij zijn ervan overtuigd dat het in de kijker zetten van het NVT-onderwijs en de neerlandistiek in Azië de internationale neerlandistiek energie geeft. Dit alles gebeurt met dank aan de Taalunie, die extra inspanningen levert om het NVT-onderwijs en de neerlandistiek in Azië te ondersteunen.

Welke rol speel jij als voorzitter van het netwerk? Wat inspireert je, en wat wil je hiermee bereiken?
Het is mij een genoegen om als oprichtingscoördinator van het netwerk aan de slag te gaan. Met hulp van de Taalunie heb ik een bestuur samengesteld. Zelf werk ik vanuit Indonesië, maar de andere bestuursleden komen uit China, India, Japan, Kazachstan en Zuid-Korea. Samen geven we invulling aan het netwerk.
Wat mij inspireert, is om ook buiten Indonesië met de neerlandistiek bezig te zijn en collega’s bezig te zien in andere landen. Het netwerk zal docenten de kans geven om van elkaar te leren en om samen te werken aan didactische en wetenschappelijke projecten. Daarnaast willen we de kracht en de unieke kenmerken van de neerlandistiek in Azië zichtbaar maken en zo de internationale neerlandistiek als geheel aantrekkelijker maken. Het is bijzonder om te zien hoe het Nederlands ook elders in Azië leeft.

Wat is een bijzondere mijlpaal of activiteit van het netwerk die je altijd zal bijblijven?
Een bijzondere mijlpaal was de startbijeenkomst op 27 februari 2025, waar we NINA introduceerden. Dit gebeurde in aanwezigheid van de algemeen secretaris en drie beleidsadviseurs van de Taalunie. We kijken nog steeds met trots terug op de geboorte van NINA. Het was een inspirerende sessie. Als bestuur waren we aangenaam verrast door de prettige en collegiale sfeer tijdens deze bijeenkomst met bijna 40 deelnemers, waaronder docenten, onderzoekers en reisgidsen. Het is erg interessant om nu te horen wat NINA kan betekenen in de verschillende landen en welke activiteiten we in de toekomst kunnen organiseren.
Veel netwerken in het buitenland hebben te maken met uitdagingen, zoals beperkte middelen of grote geografische afstanden. Hoe gaan jullie hiermee om, en wat doen jullie om verbondenheid en professionaliteit te versterken?
De neerlandistiek in het buitenland kent al netwerken, maar er was nog geen netwerk in Azië. Het is dan ook een uitdaging om dit nieuw op te zetten. Azië is een groot continent met verschillende landen, waardoor de neerlandistiek nog versnipperd is en iedereen “op zijn eigen eiland” zit. Iedereen werkte tot nu toe vooral binnen het eigen land, zonder verbinding met anderen.
De geografische spreiding van de verschillende landen in Azië maakt het noodzakelijk om regionale samenwerking te stimuleren. Dat is een uitdaging, maar we geloven dat hier nog veel te winnen valt. We willen investeren in verbinding en samenwerking, en kennis binnen de neerlandistiek genereren en verspreiden. Wij zijn ervan overtuigd dat een netwerk als dit de communicatie, het leren en het onderzoek onder docenten en onderzoekers naar een hoger niveau kan tillen.
Hoe zie jij de rol en ontwikkeling van het netwerk in de komende jaren? Welke ambities of uitdagingen liggen er volgens jou in de toekomst?
Met het netwerk hoop ik dat het Nederlands en de neerlandistiek in Azië weer meer op de kaart worden gezet. Ik denk dat er nog steeds voldoende interesse is in het Nederlands. Ik hoop met NINA een mooie samenwerking aan te gaan met mensen en onderwijsinstellingen en de neerlandistiek in Azië te versterken. Het coördineren van deze samenwerking is een mooie uitdaging. Ik kijk ernaar uit om in de toekomst bijeenkomsten te organiseren voor alle betrokkenen binnen het netwerk in Azië.
Welke impact heeft het netwerk op de zichtbaarheid en waardering van het Nederlands wereldwijd? Kun je een concreet voorbeeld geven?
Met het netwerk voor NVT-docenten en neerlandistiek in Azië hoop ik, samen met het bestuur en collega’s de neerlandistiek in Azië in kaart te brengen en in contact te brengen met mensen en onderwijsinstellingen in andere landen. Door krachten te bundelen kunnen we elkaar versterken.
Dit sluit aan bij de ontwikkeling van netwerken in andere regio’s, zoals Centraal- en Oost-Europa, Zuid-Europa, de buurlanden van het Nederlandse taalgebied en de VS. De economische, culturele, diplomatieke en academische samenwerking tussen het Nederlandse taalgebied (Vlaanderen, (Caribisch) Nederland en Suriname) en landen in Azië neemt toe. Zo groeit bijvoorbeeld de vraag naar onderzoekers voor de Nederlandstalige archieven in de regio. Het netwerk in Azië kan een forum bieden voor neerlandistiek in de ruimste zin van het woord. Indonesië bijvoorbeeld zie ik een centrale rol spelen binnen Azië. Het land neemt een belangrijke positie in als het gaat om het Nederlands als bronnentaal en het Nederlands voor arbeidsmobiliteit. Het bevorderen van de neerlandistiek in Azië draagt bij aan deze samenwerking en aan de versterking van de internationale neerlandistiek wereldwijd.
Wat betekent Nederlands voor jou persoonlijk, en hoe reageren anderen hierop in het veld?
Ik ben van Indonesische afkomst, maar mijn eerste taal is Nederlands. Dit in tegenstelling tot mijn collega’s hier. Mijn tweede taal is Engels en daarna pas Indonesisch. Mensen vragen mij weleens hoe het komt dat ik zo goed Nederlands spreek of juist waarom mijn Indonesisch niet zo vloeiend is als dat van anderen hier. Ik ben geadopteerd uit Indonesië toen ik ongeveer 2,5 jaar oud was. Mijn Nederlandse ouders uit Sliedrecht haalden mij op in Jakarta, maar ik ben geboren in Bogor, net buiten Jakarta. Nederlands werd daardoor mijn eerste en feitelijk eigen taal. Het Bahasa Indonesia - letterlijk ‘de taal van Indonesië’ - heb ik later moeten leren.
Ik voelde me altijd sterk aangetrokken tot Azië vanwege mijn afkomst en roots. Nu draait het bij mijn lesgeven niet om Nederlands als tweede taal, maar om Nederlands als vreemde taal.
Welk boek ligt er nu op je nachtkastje?
Onlangs nam een vriend een boek voor mij mee uit Nederland Gewonnen, gestreden en bovengekomen (2024) van Ranomi Kromowidjojo. Zij is geboren in Nederland en heeft een Surinaams-Javaanse vader en een Nederlandse moeder.
Ik heb veel biografieën in mijn boekenkast staan. Persoonlijke verhalen spreken mij aan, omdat iedereen in zijn leven wel bijzondere dingen meemaakt. Ik kreeg dit boek cadeau, omdat ik in Nederland veel aan wedstrijdzwemmen heb gedaan. Nu in Indonesië neem ik soms nog deel aan zwemwedstrijden als Master. Het is daarom extra leuk om de biografie van deze topsportster en Olympisch kampioen te lezen. Ze beschrijft niet alleen haar passie voor de sport en haar overwinningen, maar ook de tegenslagen en moeilijke momenten die ze heeft meegemaakt zowel binnen als buiten het zwembad.