Nieuw beleid
Naast de kennismaking met de Taalunie die gepresenteerd werd door de nieuwe algemeen secretaris Gunther Van Neste, ging de meeste aandacht naar het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2025-2029. De ministers hebben alvast hun goedkeuring gegeven aan de strategische doelen.
Daarnaast hebben ze ook de speerpunten van hun nieuwe beleid voorgesteld. De belangrijkste aandachtspunten daarin die betrekking hebben op de ondersteuning van het Nederlands zullen ook hun plaats krijgen in het nieuwe meerjarenbeleidsplan van de Taalunie.
Voorzitter Caroline Gennez benadrukte het belang van de uitbouw van de internationale neerlandistiek, de versterking van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking en het verkennen van de mogelijkheden om spelenderwijs de kennis van het Nederlands te versterken op het speelplein en in buitenschoolse kinderopvang.
Zij vertolkte daarnaast ook het standpunt van minister Zuhal Demir die als Vlaams minister van onderwijs vooral wil inzetten op de verbindende en emanciperende rol van het Nederlands. De nadruk moet ook liggen op de vorming van taalbewuste leerkrachten.
Minister Eppo Bruins ondersteunde eveneens de vraag naar een toekomstbestendige internationale neerlandistiek. Maar een andere belangrijke vraag is hoe de Taalunie kan helpen met de Nederlandse taalvaardigheid van internationale studenten. Het niet beheersen van het Nederlands wordt immers ervaren als een blokkade om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij.
Staatssecretaris Mariëlle Paul benadrukte het belang van ‘taal’ binnen de ‘zaakvakken’ (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie…) en drukte verder haar wens uit dat de Taalunie aan tafel gaat met de werkgroep Nederlands in Caribisch Nederland. Daar kan een mooie samenwerking uit voortvloeien.
De Surinaamse ambassadeur in Nederland Rajendre Khargi sprak de wens uit dat de Taalunie zou stilstaan bij de betekenis van taal in het licht van de koloniale geschiedenis: hoe valt taal, hoe wordt taal gebruikt en wat is de impact van woorden?
Nieuwe samenstelling
Na de verkiezingen in Vlaanderen en Nederland heeft het CM een nieuwe samenstelling gekregen. Voor alle bewindslieden uit Vlaanderen en Nederland was het daarom een eerste kennismaking met de Taalunie.
Voor de Vlaamse regering waren vertegenwoordigd: Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen Caroline Gennez en Nic Van der Marliere (Vlaams vertegenwoordiger in Nederland).
Voor de Nederlandse regering waren vertegenwoordigd: minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Eppo Bruins en staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie Mariëlle Paul.
De Surinaamse regering was vertegenwoordigd door Rajendre Khargi (Surinaams ambassadeur in Nederland).