Kun je kort iets vertellen over de geschiedenis van de afdeling?
Louis XIV zou gezegd hebben ‘L’État, c’est moi.’ Nu wil ik geenszins zo onbescheiden zijn om me met de koning van Frankrijk te vergelijken, maar je kunt wel zeggen: de “Afdeling Nederlands”, dat ben ik. “Afdeling” is een wat groot en daarom ongemakkelijk woord, gezien het onderwijs in het Nederlands wordt gedragen door één persoon. Het Nederlands aan de Nazarbayev University (NU) in Astana, Kazachstan, is pas in 2024 geïntroduceerd en daarmee gloednieuw, net als het universiteitsgebouw en veel van de stad Astana zelf. Vertellen over de geschiedenis van de afdeling is daarom eveneens ietwat problematisch. Alles is hier in een beginstadium, wat de onderneming ook wel weer spannend maakt: veel moet worden verkend, veel moet worden geabsorbeerd, door zowel studenten als de docent. En de Taalunie en ik zijn stiekem toch een beetje trots dat dit de eerste keer is dat het Nederlands wordt onderwezen in de regio Centraal-Azië.
De NU is erin geïnteresseerd om haar aanbod vreemde talen uit te breiden en dankzij de bestaande banden met diverse Nederlandse en Vlaamse universiteiten bestond er al een kader waarin het Nederlands kon worden geplaatst. Nederland en Vlaanderen behoorden al tot een van de bestemmingen waar afgestudeerden aan de NU naartoe gaan om daar, al dan niet met een beurs, hun studie voort te zetten. Helaas lijkt die samenwerking met vooral Nederlandse universiteiten nu op de tocht komen te staan door de op handen zijnde kaalslag in de geesteswetenschappen.
Welke studie heb je gevolgd? Wat was de aanleiding en wat was je doel?
In tegenstelling tot wellicht mijn meeste collega’s ben ik geen neerlandicus, maar slavist. Op jonge leeftijd had ik al een grote belangstelling gekregen voor de Russische cultuur en na de middelbare school kon ik destijds niet anders dan Russisch gaan studeren. Het was de tijd van het IJzeren Gordijn, waarin je vaak nog moest uitleggen geen communist te zijn wanneer je interesse had voor de Russische taal en cultuur. Gelukkig ging Oost-Europa begin jaren ’90 open en zo kwam ik na mijn studie terecht in Rusland, waar ik Nederlands heb gedoceerd aan drie universiteiten, waaronder de High School of Economics in Moskou. De Taalunie heeft gedurende bijna 30 jaar deze initiatieven op verschillende manieren consequent ondersteund.
In deze periode heb ik meegewerkt aan de totstandkoming en approbatie van de eerste leermethode Nederlands voor Russischtaligen “Goed zo!”, die is geschreven door een Nederlandse, Hans Boland en een Russische auteur, Irina Michajlova, beiden begenadigde literair vertalers. Dit project was een idee van de Taalunie en heeft de Russische neerlandistiek destijds grote diensten bewezen.
Vermeldenswaardig is wellicht ook hoe een aantal van mijn studenten aan de legendarische zomercursussen van de Taalunie in Zeist en in Gent heeft meegedaan, wat op hen een onvergetelijke indruk heeft gemaakt. Hopelijk kunnen sommige Kazachse studenten binnenkort in aanmerking komen voor deelname aan de zomercursus in Gent.
Beschrijf een momentopname (snapshot) van een onvergetelijk moment in je werk op de afdeling.
De tijd waarin de afdeling bestaat, is klaarblijkelijk te kort om rijk te zijn aan anekdotes, evenmin kunnen we hier bogen op bezoeken van (prominente) geleerden of cultuurdragers uit het Nederlandse taalgebied. Wel kan ik vertellen over dingen die ik ontroerend vond, zoals een zeventienjarige eerstejaarsstudente die bloedserieus vroeg: “Hoe moeten we u noemen? ‘Professor Bas’?” Nou zitten er in die groep veel piepjonge eerstejaarsstudenten en met name deze groep is erg lawaaiig en levendig, om niet te zeggen springerig. Geen college met deze groep is hetzelfde, laat staan voorspelbaar, maar het geheel is buitengewoon positief en dynamisch.
Niet minder ontroerend was hoe elke van de drie groepen op mijn verjaardag in processie de collegezaal binnenliep om mij een taart met kaarsjes te komen brengen en “Happy birthday” te zingen. Alleen de groep gevorderden liet een verjaardagswens in het Nederlands horen. Een andere groep had bij haar taart een kaartje gedaan met de woorden “Nederlands is onze favoriete taal”, waarachter drie hartjes.
Denkelijk zijn we op de goede weg.
Veel docenten Nederlands buiten het Nederlandse taalgebied staan voor grote uitdagingen: de werkdruk is hoog, hier en daar stagneert of daalt het aantal studenten dat in- en doorstroomt, sommige docenten werken alleen en hebben een gevoel van isolatie. Welke manieren heb jij om uitdagingen te overwinnen? Wat doe jij om je inspiratie, motivatie en professionaliteit op peil te houden?
Sinds 1994 ben ik zonder onderbrekingen werkzaam als docent Nederlands in het buitenland . Al deze tijd heb ik alleen gewerkt en heb ik nooit enig gevoel van isolatie gehad. Ik was altijd eigen baas en ik denk dat deze formule het best bij me past. Inmiddels ben ik werkzaam in Kazachstan en ben ik wederom zelfstandig in mijn werkzaamheden. Ik voel me hier redelijk geïntegreerd, omdat mijn echtgenote uit deze regio komt en ik enigszins vertrouwd ben met de Kazachse cultuur en tradities.
Dit is welgeteld de vierde keer dat ik vanuit het niets begonnen ben met het geven van Nederlands. Een groot verschil met de Russische universiteiten is dat je hier méér colleges geeft, die minder lang duren, namelijk 50 minuten. Deze formule vind ik heel prettig omdat ze een veel grotere dynamiek genereert en je een beter overzicht hebt van wat je doet. Een gevolg van deze andere organisatie is wel, dat ik uit het niets een geheel nieuw draaiboek annex lesplan moet maken en ik daardoor zeker meer werk dan voorheen heb. Vooralsnog wordt er gewerkt aan het opzetten van een werkbaar curriculum.
Met de instroom van studenten hebben we hier weinig problemen omdat Nederlands wordt aangeboden als een van de talen waaruit gekozen kan worden voor minimaal een semester. Na dat semester kunnen studenten iets anders kiezen. Blijven er te weinig studenten over voor een vervolggroep, wordt een nieuwe groep beginners gecreëerd met een maximaal aantal van 24 studenten. Deze beginnersgroepen doen het altijd heel goed, er zijn meer gegadigden dan plaatsen.
Ik heb contact met enkele docenten Nederlands NT2 (Nederlands als tweede taal) in Nederland, waardoor ik op de hoogte blijf van het verschijnen van de nieuwste lesmethoden en dergelijke. Gelukkig is er ook veel materiaal online te krijgen, wat gezien de geografische ligging van mijn werkplek een zegen is.
Hoe zie je de toekomst van het Nederlands voor je?
Het antwoord op deze vraag hangt af van hoe je de vraag opvat.
Als het gaat om de toekomst van het Nederlands in de wereld, zou ik vooral willen dat de Nederlanders hun eigen taal meer zouden waarderen en koesteren. Steeds vaker erger ik me aan slordig of klungelig taalgebruik (ook in zogenaamde kwaliteitsmedia) en het volkomen zinloze gebruik van allerlei Engelse woorden die qua nuances niets toevoegen. Dan vraag ik me weleens af waar het heen moet met het Nederlands. Maar misschien word ik een oude man en oude mannen willen nog weleens korzelig zijn. En wellicht waren er een eeuw geleden andere gemelijke types die net zo bromden als ik nu.
Als het Nederlands bezien wordt in Centraal-Aziatische context is het moeilijk iets te zeggen over de toekomst. In dat geval kunnen we de taal alleen bezien in een universitair kader. Eén ding staat vast: aan belangstelling geen gebrek. Nu al weet het Nederlands aan de NU zich succesvol te handhaven naast talen als Chinees, Koreaans, Duits, Spaans en Pools. Ik denk dat dit hoopgevend is voor de toekomst. Vooralsnog is het te vroeg verdere uitspraken te kunnen doen.
Welke betekenis heeft het Nederlands in jouw land? Welke connotaties roept het op?
‘Mijn land’ is Nederland. Ik ben bang dat de taal voor velen in Nederland – ten onrechte – weinig betekenis heeft. In dit opzicht zijn de mensen in Kazachstan, na tientallen jaren dominantie door het Russisch, een stuk taalbewuster. Toen mijn vrouw onlangs in het Russisch iets vroeg in een winkel, werd haar gevraagd Kazachs te praten. Nu was dat voor haar geen probleem en was de zaak snel opgelost, maar het geeft wel aan dat men hier trots is op het eigene. Iets wat me frappeerde bij veel studenten is dat de georiënteerdheid op Europa en zijn cultuur hier minder vanzelfsprekend is dan in Oost-Europa.
In Kazachstan is Nederlands een hoegenaamd onbekende taal. Waarschijnlijk is voetbal het enige waarmee Nederland hier geassocieerd wordt. Ook met tulpen hoef je het hier niet te proberen, omdat in de lente de Kazachse steppe bezaaid is met wilde tulpen. Er zal, kortom, nog veel en lang geïnvesteerd moeten worden in de popularisatie van zowel taal, taalgebied en cultuur, alhoewel aan de NU een veelbelovend begin is gemaakt. Waar mogelijk helpen de ambassades van Nederland en België met kleine evenementen aan de NU, zoals lezingen, filmvertoningen en Sinterklaasvieringen.
Welk boek ligt er nu op je nachtkastje?
Aan nachtkastjes in ons appartement geen gebrek, maar gelet op de anarchistisch-chaotische inslag van onze kinderen is het laten liggen van welk voorwerp dan ook op een nachtkastje een onverantwoord avontuur. Op mijn nachtkastje ligt mijn smartphone (zo lang het duurt), waarop ik het nieuws uit Nederland volg, zowel op actueel als op cultureel vlak. Natuurlijk wachten er verscheidene boeken om gelezen te worden, maar die moeten voorlopig uit zicht worden gehouden ter voorkoming van aanvullende illustraties en, om eerlijk te zijn, voorlopig heb ik niet de innerlijke rust om me aan het lezen van een boek te zetten.
Meer informatie over Nederlands in de wereld
De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit te bouwen en met elkaar te verbinden. Studenten, leerlingen, docenten, leerkrachten en onderwijsinstellingen, die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn, ontvangen verschillende vormen van steun. Verdere duurzame relaties komen er bijvoorbeeld door de juiste partners met elkaar in contact te brengen, door financiële ondersteuning van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten, maar ook door het toegankelijk maken van deskundigheidsbevordering, cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen via het digitale portaal mijnNederlands.
Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal.