22 okt 2024

Taalmateriaal van de maand: Woordenboek van Nieuwe Woorden

In deze rubriek belicht de Taalunie iedere maand een digitaal taalmateriaal: een website, een verzameling teksten, een stuk software of lesmateriaal. Deze maand besteden we aandacht aan het Woordenboek van Nieuwe Woorden.

Wat vind je in het Woordenboek van Nieuwe Woorden?

Het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW) is een online woordenboek met woorden die vanaf het jaar 2000 zijn ontstaan. Het is dus een woordenboek met actuele, nieuwe woorden, ook wel neologismen genoemd.

In 2018 is het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) gestart met dit online neologismenwoordenboek. Nieuwe woorden worden er vrij uitgebreid in beschreven: niet alleen de betekenis wordt vermeld, maar ook informatie over grammatica, spelling en etymologie (de oorsprong van het woord). Bij ieder woord wordt vermeld wanneer het opkwam en of het lang in gebruik is gebleven: de ‘levenscyclus’ van een woord kan zo in kaart worden gebracht. Ook de bron waarin het woord voor het eerst is gebruikt wordt vermeld, en hoe het woord vormelijk in elkaar zit. Verder wordt getoond hoe een nieuw woord past in de taal: hoe het lijkt op woorden die al bekend klinken, maar het toch ook een eigen betekenis heeft. Bij sommige woorden is ter illustratie een foto of video toegevoegd.

Wat is het verschil met andere moderne woordenboeken?

In andere moderne woordenboeken worden ook nieuwe woorden opgenomen en aangevuld, maar dat gebeurt meestal pas als de woorden enige tijd bestaan en ze ‘ingeburgerd’ zijn geraakt. Het WNW neemt niet alleen de beklijvende nieuwe woorden op, zoals appkeuzestress en ontspullen, maar juist ook veel nieuwe woorden die kortere tijd bestaan. De coronacrisis zorgde bijvoorbeeld voor veel nieuwe woorden, zoals knuffelcontact en raamvisite. Ook perioden van verkiezingen en kabinetsformaties zijn altijd aanleiding voor veel nieuwe woorden.

Waarom is een woordenboek met nieuwe woorden interessant?

Veel neologismen zijn geen blijvertjes en zullen dus uiteindelijk niet in een woordenboek van algemeen Nederlands belanden - bijvoorbeeld het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW), dat ook door het INT wordt gemaakt, of de Dikke Van Dale. Het zou jammer zijn als nieuwe woorden – en dan ook de minder beklijvende – nergens worden vastgelegd, want ze zitten vaak interessant in elkaar. Ze passen bijvoorbeeld in een bepaald patroon van woordvorming dat je ook bij andere nieuwe woorden ziet (behalve lokpubers heb je bijvoorbeeld ook lokoma’slokfietsen en lokkoffers) en ze lijken in vorm en betekenis vaak op woorden die al bekend zijn (een hangoudere hangt doelloos rond, net als de hangjongere). Bovendien vertegenwoordigen veel nieuwe woorden duidelijk een bepaalde tijd.

Hoe worden de nieuwe woorden voor het woordenboek verzameld?

Als uitgangspunt voor de bewerking van nieuwe woorden gebruikt het WNW onder andere het ANW-corpus, een corpus van ruim 100 miljoen woorden dat speciaal voor het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) is samengesteld. Dit corpus bevat materiaal uit alle domeinen van de samenleving. Daarnaast wordt uitgebreid gebruikgemaakt van relevant materiaal uit andere bronnen, zoals het Corpus Hedendaags Nederlands en internet.

Hoe kun je zoeken in het woordenboek?

Je kunt op twee manieren zoeken naar woorden én woordgroepen in het WNW: via de alfabetische lijst, in het linkerframe op het beeldscherm, of via het zoekvenster dat midden op de pagina staat. Ook kun je ‘van betekenis naar woord’ zoeken, waarbij je allerlei informatie doorzoekt die in de woordartikelen opgeslagen ligt. Meer uitleg over alle zoekmogelijkheden staat op de Help-pagina van de WNW-website.

Voor welke doelgroep is het woordenboek in het bijzonder interessant?

Neologismen zijn een populair onderwerp om over te schrijven voor bijvoorbeeld journalisten, taalkundigen, leerlingen en studenten. Zij kunnen daarbij handig gebruikmaken van het WNW. Voor leraren en docenten is het een interessante bron om in de klas te gebruiken, of leerlingen en studenten ermee te laten werken.

Op 2 oktober 2024 gaf INT-taalkundige Vivien Waszink een webinar over nieuwe woorden en het gebruik van het WNW, met specifieke tips voor leraren en docenten. Dit webinar ‘Nieuwe woorden in het Nederlands’ is terug te kijken via YouTube. Meer informatie en tips zijn ook te vinden op een informatiepagina van het INT.