FU Berlin - Niederlandistik
28 mei 2024

Neerlandistiek en cultuur: ‘vruchtbaar voor alle betrokken partijen’

Eind maart vond in Duitsland de Leipziger Buchmesse plaats. Nederland en Vlaanderen deelden dit jaar het eregastlandschap van de boekenbeurs, met als thema ‘Alles außer flach’. Drie jaar eerder nodigde de Taalunie vertegenwoordigers van de internationale neerlandistiek, Vlaamse en Nederlandse cultuurorganisaties en Vlaamse en Nederlandse ambtenaren Internationaal cultuurbeleid uit om een strategie uit te werken voor wederzijdse versterking. De deelnemers spraken af de strategie te toetsen aan een pilootproject in het kader van het eregastlandschap op de Leipziger Buchmesse: een samenwerking tussen neerlandici, diplomaten, het Nederlands Letterenfonds, Literatuur Vlaanderen en de Taalunie. Op de beurs werd een bundel gepresenteerd, met daarin informatieve essays die het Duitstalige publiek kennis laten maken met het literaire landschap van het Nederlandse taalgebied. Aan de bundel werkte een grote groep neerlandici van verschillende universiteiten in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland mee. We laten de drie initiatiefnemers graag aan het woord over dit mooie pilootproject en de bredere rol van neerlandici bij dergelijke cultuurprojecten.

Hans Beelen, van huis uit historisch letterkundige, werkt als taaldocent aan de Carl von Ossietzky Universität in Oldenburg. Hij heeft vanuit zijn interesse voor historische letterkunde in het verleden een aantal tentoonstellingen georganiseerd met oude drukken en is coördinator bij de Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse taal. Daarnaast was hij tot voor kort voorzitter van het Niederlandistenverband, de vereniging voor neerlandici in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.

Johanna Bundschuh-van Duikeren en Jan Konst werken allebei aan de Freie Universität Berlin. Johanna is wetenschappelijk medewerker op de afdeling neerlandistiek en coördinator van de masteropleiding Angewandte Literaturwissenschaft – Gegenwartsliteratur (toegepaste literatuurwetenschap). De masteropleiding heeft een curriculum dat zich richt op hedendaagse literatuur in een transnationale context en dat is ook waar haar interesse ligt.

Jan is al jaren hoogleraar literatuurwetenschap en houdt zich bezig met drie taken: onderzoek, onderwijs en bestuur. Dat houdt in dat hij aan wetenschappelijke publicaties werkt, onderwijs geeft en bijdraagt aan bestuur. Daarnaast heeft hij in het verleden veel aan cultuurprojecten gewerkt.

Oliver Vogt
Hans Beelen (2e van links), Johanna Bundschuh-van Duikeren (3e van links) en Jan Konst (rechts) tijdens de presentatie van de bundel.
Hans Beelen (2e van links), Johanna Bundschuh-van Duikeren (3e van links) en Jan Konst (rechts) tijdens de presentatie van de bundel.

De bundel ‘Alles außer flach’ en het eregastlandschap

Bij het bestuur van het Niederlandistenverband leefde het idee dat de Leizpiger Buchmesse een bijzondere kans was om aan de ene kant het eregastlandschap te versterken en aan de andere kant de zichtbaarheid van de neerlandistiek te vergroten. Hans geeft aan: ‘De Nederlandse taal heeft in Duitsland ten onrechte het hardnekkige imago van een kleine taal. Maar alleen al in de universitaire neerlandistiek  zijn we  met ruim honderd docenten en meer dan duizend studenten, nog helemaal afgezien van de honderden docenten aan middelbare scholen en volksuniversiteiten. Het is daarom zaak om altijd zichtbaar te zijn, ook in het openbaar.’ Toen ontstond het idee om met collega’s een essaybundel te maken met toegankelijk geschreven essays voor een breed publiek.

‘De werken die we bespreken geven een overzicht van de Nederlandstalige literatuur. De werktitel van de bundel was 24 over 24. Het idee was om 24 auteurs te vinden die schreven over 24 werken in het jaar 2024, maar uiteindelijk werden het 27 werken en 29 auteurs. De werktitel klopte niet meer, dus in plaats daarvan kozen we om de titel en het design van het gastlandoptreden “Alles außer flach” over te nemen. Voor het project ontvingen we steun van de Taalunie en van de Nederlandse ambassade. De ambassade was ook actief rond het gastlandschap. Ze hebben bijvoorbeeld de Kopje Koffie-podcast op poten gezet, waar wij in de bundel naar verwijzen, en hielpen ons met het leggen van contacten. We zijn beide organisaties erg dankbaar.’ Jan voegt toe: ‘We kregen van veel kanten steun en we zijn ontzettend blij met de positie die we in het gastlandoptreden hebben gekregen. We mochten de bundel aanbieden aan de staatssecretaris van Onderwijs van Nederland en de kabinetschef Cultuur van Vlaanderen, en we mochten het boek ook nog presenteren op de beurs. Dat was allemaal voortreffelijk.’

Hans: ‘De bundel was bovendien niet het enige project. We hebben afgelopen winter een lezingenreeks gehouden aan de Universität Leipzig, waar de neerlandistiek lange tijd een echte traditie kende. Om die traditie nieuw leven in te blazen, hebben we met collega’s daar een lezingenreeks met verschillende gastsprekers opgezet. De lezingen over taalkunde, kinder- en jeugdliteratuur en literatuur waren een groot succes. In de zaal kwamen mensen bij elkaar en online hadden we gemiddeld vijftig deelnemers per keer. De colleges werden ook steeds gepromoot op de site van het gastlandoptreden en elders, zodat de zichtbaarheid die we zo belangrijk vinden werd versterkt.’

Het belang van culturele activiteiten

Neerlandici houden zich normaal gesproken voornamelijk bezig met onderzoek en onderwijs, volgens Hans, maar het belang van culturele activiteiten is groot. ‘Ons werk vindt plaats in collegezalen, achter bureaus en in bibliotheken. Culturele evenementen zoals het eregastlandschap of bijvoorbeeld een schrijversbezoek zijn bijzonder. Het zijn hoogtepunten die het literaire leven zichtbaar maken en die ons werk in een soort verhevigde vorm levendig maken.’ Johanna voegt daaraan toe: ‘Ik ben bijzonder blij met mogelijkheden zoals de boekenbeurs, omdat we op die manier in de praktijk kunnen bestuderen hoe hedendaagse literatuur circuleert en wat de effecten zijn van een bundel als Alles außer flach. Bovendien hebben evenementen die we (mee) organiseren een functie voor onze studenten. Ik ben medeverantwoordelijk voor de masteropleiding Angewandte Literaturwissenschaft waarin we studenten opleiden die bijvoorbeeld uitgever, redacteur of journalist willen worden. Het is mooi dat we naar dit soort evenementen kunnen verwijzen waarin het literaire bedrijf zichtbaar wordt en studenten daar een rol in kunnen geven. Dat maakt de opleiding aantrekkelijker. Voor de bundel hebben we bijvoorbeeld een studente uit de masteropleiding gevraagd om het proeflezen over te nemen en zij heeft ons geweldig ondersteund. Het inzetten van studenten in verschillende functies was altijd heel vruchtbaar voor alle kanten.’

Jan benoemt dat er altijd veel afgeleide activiteiten ontstaan bij culturele evenementen en projecten zoals de bundel en het gastlandschap. Zo organiseerde hij een collegereeks over de impact van boekenbeurzen zoals de Leipziger Buchmesse op vertalingen en op de receptie van Nederlandstalige literatuur. Daarnaast schreef hij artikelen voor de Volkskrant en de Frankfurter Allgemeine Zeitung over de drie beurzen (in Frankfurt 1993 en 2016, en in Leipzich 2024) waar Nederland en Vlaanderen optraden en hoe, waarom en met welke impact ze dat gedaan hebben. ‘Eigenlijk moet je al die activiteiten samen zien. We bedrijven bij zulke activiteiten geen zuiver wetenschappelijk onderzoek, maar het heeft naar alle kanten zijn uitwerking. Alles wat we gedaan hebben, heeft dubbel effect doordat we altijd met partners samengewerkt hebben, en ik denk dat dat belangrijk is bij alle vormen van culturele activiteiten. Het doel is dat we uit de ivoren toren van de universiteit komen. We willen een ander publiek bereiken dan onze studentenpopulatie en heel nadrukkelijk de breedte zoeken.’

Hans beaamt dat: ‘Je moet het ook in het grote kader zien. Nederland, Vlaanderen en Duitsland hebben intensieve betrekkingen op allerlei gebieden, waaronder economisch. De neerlandistiek draagt bij aan dit succesverhaal en ondersteunt  met professionele know-how op het gebied van taal en cultuur de betrekkingen tussen landen. Je kunt zeggen dat het ook belangrijk is dat er goede culturele betrekkingen zijn, omdat men zaken met elkaar doet en elkaar serieus wil nemen, en daar draagt de neerlandistiek aan bij met culturele activiteiten. Tegelijkertijd profiteert de neerlandistiek ervan, want de academische discipline kan ook bloeien door alle andere dingen die gebeuren, door de bekendheid en de goede naam. Het is dus juist belangrijk voor de neerlandistiek om daaraan deel te nemen en er niet buiten te gaan staan. Juist om niet die ivoren toren te zoeken van de “zuivere wetenschap”, maar ook echt in het maatschappelijk leven actief te zijn.’

Leipziger Buchmesse
Roos Weijers

Niet vanzelfsprekend

Het ondernemen van of meewerken aan culturele activiteiten brengt echter ook uitdagingen met zich mee. Zoals Hans, Johanna en Jan alle drie aangeven is cultureel werk immers geen onderdeel van de kerntaken van neerlandici. Hans: ‘Veel neerlandici in het buitenland zien zichzelf graag als “schapen met vijf poten”: we kunnen alles, we zijn heel enthousiast en gedreven, en naast onze kerntaken doen we ook nog allerlei culturele dingen. Dat heeft echter ook grenzen, want we worden ook afgerekend op bijvoorbeeld publicaties en het aantal studenten, en dat is belangrijk voor onze loopbaan en onze bestaanszekerheid. Het pilootproject hebben we met veel plezier gedaan, maar het is wel een extra inspanning.’ Jan voegt daaraan toe dat de universitaire cultuur eigenlijk haaks staat op wat ze gedaan hebben met de bundel Alles außer flach en Johanna zegt: ‘Zo’n tekst die we dan voor de bundel schrijven telt wetenschappelijk niet mee, terwijl we er wel veel tijd en liefde in steken.’

Jan vervolgt: ‘We vinden het allemaal belangrijk om onszelf in te zetten als cultureel ambassadeur, maar dat is niet altijd eenvoudig door een gebrek aan tijd of middelen. Het kan alleen met projectsteun van derden, partners in het (Duitse) veld. Dit soort grote (cultuur)projecten ontstaan nooit vanuit het niets. Het is een jarenlang proces. Afdelingen Nederlands moeten een actief beleid voeren op dat gebied en mensen moeten zich ook nog voor zulke projecten interesseren, want als we heel eerlijk zijn is het veel werk buiten arbeidstijd. Wanneer we projectmiddelen aanvragen, zit daar ook altijd geld bij voor bijvoorbeeld coördinatie, want we kunnen dat er niet ook nog allemaal bij doen. Dat geldt voor onze goed toegeruste Duitse afdelingen, maar helemaal voor afdelingen waar de druk groter is. Wat ik wil zeggen: het is dus niet vanzelfsprekend dat we neerlandici automatisch als cultureel ambassadeurs zien. Het is niet vanzelfsprekend dat universiteiten de culturele kant benadrukken en menskracht beschikbaar stellen. Bij culturele activiteiten snijdt het mes natuurlijk wel aan alle kanten en hebben alle betrokken partijen er profijt van. Daar zijn we enorm blij mee en we vinden het erg belangrijk dat de culturele kant benadrukt wordt.’

De Taalunie onderschrijft de wederzijdse impact tussen cultuur en neerlandistiek. Afdelingen Nederlands buiten het Nederlandse taalgebied kunnen subsidies aanvragen voor schrijversbezoeken en voor cultureel-didactische projecten. Met vragen kun je terecht bij Ingrid Degraeve, idegraeve@taalunie.org.