Het 100e Comité van Ministers van 22 april werd in Antwerpen opgeluisterd met een feestelijke academische zitting ‘Een mooie toekomst voor het Nederlands.’ Dat was dan ook meteen de inzet van de ‘Verklaring van Antwerpen’ waarmee het Comité van Ministers aangeeft dat de Taalunie klaar is om de uitdagingen en de ontwikkelingen die een impact hebben op het Nederlands aan te pakken.
“We bekrachtigen vandaag het belangrijke Verdrag uit 1980 en de doelstellingen in dat verdrag. Dat zijn de gemeenschappelijke ontwikkeling van de Nederlandse taal en de gemeenschappelijke bevordering van de kennis en het verantwoorde gebruik van de Nederlandse taal, de Nederlandse letteren en de studie en verspreiding van de Nederlandse taal en letteren in het buitenland. De Taalunie zal in de toekomst de verbindende rol van het Nederlands in maatschappelijke domeinen zoals onderwijs, cultuur, welzijn en de arbeidsmarkt blijven houden. Hierbij is het van belang dat de Taalunie ook bij het brede publiek een voldoende zichtbare en inspirerende rol opneemt.”
Nieuwe algemeen secretaris
Gunther Van Neste komt aan boord als algemeen secretaris en wordt daarmee het nieuwe gezicht van de Taalunie. Gunther was jarenlang directeur van het Huis van het Nederlands en is op dit moment kabinetschef van Vlaams minister Gwendolyn Rutten.
Een impressie
De feestelijke academische zitting met Roos Van Acker als gastvrouw werd geopend door de voorzitter van het Comité van Ministers Jan Jambon, die meteen het belang van het Nederlands op de kaart zette: “We zijn er ons van bewust dat ons taalgebied voor uitdagingen staat. We leven in een digitale en meertalige werkelijkheid, waar de kennis van onze taal niet langer vanzelfsprekend is. Als Comité van Ministers bevestigen we dan ook het belang van onze Nederlandse taal als verbindende taal. In alle maatschappelijke domeinen, van onderwijs en cultuur tot welzijn en de arbeidsmarkt: de kennis van het Nederlands opent deuren.”
Rik Vosters ging, als voorzitter van de Raad voor de Nederlandse Taal, in zijn toespraak dieper in op de uitdagingen voor de organisatie en de rol van de Raad, maar dan wel vertrekkend vanuit de inhoud: “Laten we het paard opnieuw voor de kar spannen en vanuit de inhoud vertrekken: eerst een grondige denkoefening over een brede maatschappelijke missie, een toekomst voor de Taalunie 2.0 als u wil – en dan kunnen (en moeten) de structuren slagvaardig afgestemd worden op de te bereiken doelstellingen.”
Ook de jongeren kwamen aan bod. Want wie anders dan jongeren zijn de toekomst van onze taal? Kijk en luister naar hoe zij kijken naar het Nederlands en de toekomst ervan.
Panelgesprekken
Jasmien Aerts, Linda Nooitmeer, Marianne Van Boxelaere en Fresco Sam-Sin deelden tijdens een panelgesprek met elkaar verschillende inzichten over de toekomst van het Nederlands en de ontwikkelingen die een impact hebben op onze taal. Daarna gingen de ministers Weyts, Ori en staatssecretaris Gräper-van Koolwijk dieper in op respectievelijk het Nederlands als verbindende taal, het belang van taalcompetentie in de Surinaamse context en het belang van lezen.
Luc Delrue zette als algemeen secretaris a.i. de belangrijkste bevindingen van de dag en de gevolgen ervan voor de Taalunie nog eens op een rij: “Voor de Taalunie ligt er dus heel wat werk op de plank. De Taalunie moet meer smoel krijgen: niet voor de organisatie op zich maar wel voor de thema’s die het Nederlands beroeren.”
Vanuit parlementaire hoek kwam Paulien Geerdink als voorzitter van de Interparlementaire Commissie haar droom delen en brak een lans voor heldere overheidscommunicatie: “Wat zou het mooi zijn als tussen droom en daad, wetten en praktische hulpmiddelen zouden helpen, juist verklaren op een bewuste manier, zodat niet weemoedigheid maar blijheid de boventoon voert als de overheid met haar burgers communiceert.”
Tenslotte betrad Nederlands minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf het spreekgestoelte. De bijzondere locatie met het meterslange walvisskelet zorgde voor de inspiratie voor zijn oproep: “Laten we, samen met alle organen van de Taalunie, kennis blijven verwerven, behouden en uitwisselen, binnen het onderwijs, binnen het onderzoek en binnen de verantwoordelijke departementen. Dat geeft onze taalgemeenschap een sterke en een wendbare ruggengraat, waarmee we samen met vertrouwen de toekomst in kunnen zwemmen.”
Rick de Leeuw en Jan Hautekiet zorgden met juist gekozen nummers voor een warme sfeer. Het publiek was klaar om daarna met elkaar kennis te maken tijdens een gezellig netwerkmoment.
Alle toespraken en de boeiende sofagesprekken kan je hier opnieuw bekijken en beluisteren.
Uitdagingen voor het Nederlands en het brede taalveld
Over de toekomst van de Taalunie en de uitdagingen voor het Nederlands sprak de organisatie met vertegenwoordigers van vijftig partners, zusterorganisaties en relaties, uit alle hoeken van de taal, cultuur en letteren, binnen en buiten het taalgebied. Zij waren het eens over de potentie van de Taalunie.
De resultaten van deze gesprekken zijn mooi samengevat in een filmpje.