Wanneer je bekend bent met internationale neerlandistiek, ontdek je al snel dat de internationale neerlandistiek niet bestaat. Per locatie kunnen de motieven van studenten of de inhoud van programma’s sterk verschillen en regelmatig worden er nieuwe invalshoeken en samenwerkingen ontwikkeld die verder gaan dan de klassieke studie van taal en letterkunde. Een voorbeeld hiervan is een interessante samenwerking die zich heeft ontwikkeld in de Verenigde Staten: een samenwerking tussen neerlandistiek en STEM (science, technology, engineering and mathematics).
Professoren uit verschillende vakgebieden
De drie professoren achter deze samenwerking zijn Herman De Vries, David Koetje en Robert (Bob) Hoeksema van Calvin University in Grand Rapids (Michigan, Verenigde Staten).
Neerlandicus Herman studeerde Germaanse talen en promoveerde in Duits en Duitse literatuur, maar had Nederlands als bijvak. ‘Ik heb een tijd Nederlands gestudeerd in Nederland en geef inmiddels al 27 jaar Nederlandse taal- en cultuurcursussen aan Calvin University, waar ik de Frederik Meijer Leerstoel Nederlandse Taal en Cultuur bekleed. Daarnaast ben ik momenteel voorzitter van de American Association for Netherlandic Studies.’
David en Robert komen daarentegen uit de STEM-hoek en ontwikkelden pas later een interesse voor Nederland en de Nederlandse taal. David promoveerde in plantenbiologie met een focus op genetische manipulatie. ‘De controverses op dat gebied leidden ertoe dat ik geïnteresseerd raakte in plaatsgebonden voedselsystemen, duurzaamheid en agro-ecologie. De afgelopen decennia heb ik universitaire cursussen gegeven waarin deze thema's zijn verwerkt. In 2019 nodigde Robert me uit om mee te werken aan een cursus Dutch Sustainability, wat mijn interesse in mijn Nederlandse achtergrond aanwakkerde en me ertoe bracht Nederlands te leren.’
Robert – inmiddels gepensioneerd – was hoogleraar Engineering en promoveerde in Water Resources Engineering. ‘Nadat ik in 1995 met studenten naar Nederland reisde, raakte ik geïnteresseerd in de geschiedenis van het waterbeheer in Nederland. Naar aanleiding van deze interesse schreef ik het boek Designed for Dry Feet: Flood Protection and Land Reclamation in the Netherlands. Verder werkte ik onder andere voor de Nederlandse waterschappen en bracht ik twee sabbaticals door in Nederland.’
Ontstaan van een nieuwe cursus
Sinds eind jaren negentig bood Calvin University twee afzonderlijke studiereizen aan naar de Lage Landen: één gericht op de Nederlandse taal en cultuur en de andere, getiteld Dutch Landscapes, gericht op waterbeheer en geografie. Na verloop van tijd veranderden de interesses van studenten echter en was er een algehele daling van inschrijvingen. Daarom besloten de betrokken docenten hun gedeelde expertise te gebruiken om de nieuwe cursus Dutch Sustainability op te zetten. ‘In de nieuwe cursus onderzoeken we, tijdens excursies op locatie in Nederland, hoe de Nederlandse cultuur en geschiedenis, wetenschap en technologie, en de wereldwijde ecologische crises van onze tijd elkaar kruisen op manieren die een voorbeeld zijn van critical hope. De Canadese auteur Kari Grain definieert critical hope als “een blijvend geloof dat transformatie niet alleen mogelijk is, maar ook van vitaal belang”. De achteruitgang van ons neerlandistiekprogramma en het succes van de cursus Dutch Sustainability zorgden ervoor dat we nieuwe invalshoeken gingen overwegen om studenten te interesseren voor de neerlandistiek – en dan specifiek studenten uit de STEM-programma’s die hier floreren.’


Neerlandistiek en STEM
Niet alleen vanwege de populariteit van STEM-cursussen lag de combinatie met neerlandistiek voor de hand. ‘Officiële rapporten en artikelen van Nederlandse wetenschappers over bijvoorbeeld klimaatadaptatie, circulaire economie en natuurbehoud bieden nieuwe inzichten voor studenten met Noord-Amerikaanse ervaringen en denkwijzen en dagen die denkwijzen uit. We vertellen onze studenten vaak: “place matters”. Wanneer je nadenkt over stijgende zeeën en onderlinge relaties tussen mens en natuur, kunnen we veel leren van de Nederlanders!’
‘Tijdens de Dutch Sustainability-cursus leren studenten op locatie in Nederland, door middel van afwisselende excursies. Ze leren over de Nederlandse infrastructuur en ze ervaren de allesomvattende aard van de Nederlandse relatie met water en land. Terwijl dit gebeurt, leren ze Nederlandse termen als “duurzaamheid” te gebruiken – een term die de concepten “durability” (bestendigheid) en “costliness” (kostbaarheid) samenbrengt, zoals de Engelse term “sustainability” dat niet kan. Studenten staan versteld als Nederlanders naar rewilding-projecten verwijzen als een “nieuwe wildernis”. Dat zijn twee woorden die Noord-Amerikanen nooit naast elkaar zouden zetten, omdat ons concept van wildernis nauw samenhangt met de noties van “ongerept” en “onaangetast door mensen” (alsof dat nog steeds bestaat).’
‘Daarnaast hebben we op Calvin University verschillende professoren met grote interesse in een breed scala aan “Nederlandse onderwerpen” zoals waterbeheer, Nederlandse ecologische systemen en duurzaamheid, en neerlandistiek. Het leek ons voor de hand liggend dat we zouden samenwerken om een academisch rijke ervaring te creëren voor studenten die naar Nederland wilden reizen voor een casestudy over verschillende onderwerpen. Daarom zetten we nu stappen om ons neerlandistiekprogramma nieuw leven in te blazen door Nederlandse taal- en cultuurcursussen te combineren met Nederlandse innovatiecursussen.’


Revitaliseren van de neerlandistiek
Herman, David en Robert zien een cursus zoals Dutch Sustainability als een nieuwe manier om de neerlandistiek (op Calvin University) te revitaliseren. ‘Ons primaire doel is om studenten enthousiast te maken voor Dutch studies, in het bijzonder de Nederlandse taalstudies. Met het vak trekken we studenten aan die geïnteresseerd zijn in de Nederlandse taal en cultuur, samen met studenten die geïnteresseerd zijn in duurzaamheid en STEM maar normaal gesproken niet zouden overwegen om Nederlands te volgen.’
‘We zien een leerervaring op locatie in Nederland waarin STEM opgenomen wordt als een manier om nieuwe studenten aan te trekken en als een manier om wereldwijd neerlandistiek aan universiteiten nieuw leven in te blazen. Nederlandse ingenieurs en landbouwers zijn over de hele wereld gewild vanwege de innovatieve benaderingen waarmee ze problemen oplossen. Waarom zouden we studenten niet inspireren om deze expertise te erkennen en er vervolgens van te leren op manieren die wereldwijde uitdagingen kunnen aanpakken en de critical hope kunnen aanwakkeren die hen in staat zal stellen een verschil te maken?’