Vandaag, op Internationale Moedertaaldag, presenteert de Taalunie op mijnNederlands een nieuwe pagina voor een speciale groep: Nederlandstalige emigranten uit Nederland en Vlaanderen – en mensen die juist willen terugkeren: remigranten. Taalkundige en onderzoeker Nicoline van der Sijs, een van de initiatiefnemers, vertelt wat de pagina biedt en hoe ze tot stand is gekomen. Welke rol speelt de moedertaal voor Nederlandstalige emigranten?
Het is geen toeval dat de pagina voor (r)emigranten op Internationale Moedertaaldag wordt gelanceerd. Als Nederlanders en Vlamingen emigreren naar een ander land, zullen ze in het dagelijks leven andere talen gaan spreken. Maar het Nederlands is en blijft hun moedertaal.
Welke rol speelt het Nederlands voor mensen die zijn geëmigreerd uit Nederland en Vlaanderen?
“Een best belangrijke rol, is gebleken. In 2019 heb ik in opdracht van de Taalunie een onderzoek gedaan naar geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen – mensen die korte of langere tijd weg zijn uit hun geboorteland. Ik benaderde ze vooral via lokale Facebookgroepen voor emigranten in het buitenland, en maakte de nieuwe Facebookgroep ‘Vertrokken Nederlands’ aan voor communicatie met en tussen al deze mensen. Twee belangrijke conclusies uit de bevragingen waren dat het Nederlands voor een grote meerderheid nog steeds een van de meest gebruikte talen in het vestigingsland is, en dat 87% de Nederlandse taal als een kernwaarde van de eigen identiteit beschouwt.
We hebben vervolgens ook gevraagd: waar hebben jullie behoefte aan? Toen bleek dat er veel vraag was naar informatie over wat er in Nederland en Vlaanderen gebeurt in het Nederlands en vooral ook in het onderwijs. De belangrijkste aanbeveling uit het onderzoek was dan ook om te bekijken of daarvoor een informatieplatform kon worden ingericht.”
Vanwaar die speciale interesse in het onderwijs?
“Die wens is er vooral bij jonge mensen met kinderen, meestal al vooruitkijkend op een terugkeer naar Nederland of Vlaanderen. Vroeger was het vaker zo dat mensen voorgoed weggingen, maar tegenwoordig wil een groot deel op termijn weer terug. Daarom willen ze graag informatie hebben over de taal, over hoe ze hun kinderen het best tweetalig kunnen opvoeden en welke mogelijkheden er zijn voor Nederlandstalig onderwijs in het buitenland, enzovoort.
Toen we dat wisten, waren we net met mijnNederlands begonnen en bedachten we dat dit ook een belangrijke doelgroep voor dat platform was. Voor een groot deel is de informatie die er voor de andere doelgroepen (docenten, studenten en onderzoekers van het Nederlands) al stond ook voor hen nuttig. Maar door alles wat voor (r)emigranten relevant is helder bij elkaar te zetten op één pagina, is het voor hen veel makkelijker om de informatie te vinden en te zoeken.”
Wat kunnen mensen vinden op de (r)emigrantenpagina?
“De site bundelt alle informatie over onderwijs Nederlands en over de Nederlandse taal, cultuur en literatuur die interessant en nuttig is voor de doelgroep. Algemene kennis en nieuws daarover, maar ook activiteiten in de regio’s. Verder is aan de oudere groepen emigranten uit bijvoorbeeld Canada, Amerika, Nieuw-Zeeland en Australië gevraagd om hun informatie te delen. Daar is van oudsher veel onderling contact tussen Nederlandstaligen en daardoor is er veel opgezet, zoals nieuwsbrieven en zelfs radio- en tv-programma’s. In die programma’s komt zowel nieuws uit Nederland en Vlaanderen als lokaal nieuws voorbij, en beide aspecten kunnen breed interessant zijn voor Nederlandstaligen: ook voor mensen in Australië (en Nederland en Vlaanderen!) is het leuk om te horen wat er in Canada rond het Nederlands wordt gedaan.
Via de onderdelen ‘Regionale organisaties’ en ‘Onderwijs’ kunnen emigranten in contact komen met andere Nederlandstaligen, instellingen en organisaties in hun regio. Een extra onderdeel dat we tot slot hebben toegevoegd, is historische informatie over emigratie. Via dat luik kun je historische gegevens over geëmigreerden opzoeken, en zo bijvoorbeeld meer over je voorouders ontdekken.”
Hoe is alle informatie voor de pagina verzameld?
“De Taalunie en ik, namens het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT), hebben hiervoor de samenwerking gezocht met verschillende partners. Voor het onderdeel ‘Onderwijs’ waren dat de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) en vanzelfsprekend de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB), die zich inzet voor een optimale aansluiting van Nederlandse en Vlaamse kinderen die naar het buitenland gaan of die terugkeren naar Nederland of Vlaanderen. Voor informatie en artikelen over taal, cultuur en literatuur zijn het INT, Onze Taal en de lage landen aangesloten. En Vlamingen in de Wereld biedt, net als Nederland Wereldwijd van het ministerie van Buitenlandse Zaken, veel praktische informatie over bijvoorbeeld paspoorten, maar ook meer culturele informatie over ‘het Vlaming zijn’. De historische gegevens zijn afkomstig van collega’s van het Huygens Instituut. Naar alle interessante pagina's van deze partners wordt doorgelinkt.
Ons platform op mijnNederlands is een ingang om alle informatie te bereiken. Het biedt de (r)emigrant één overzicht op één plek om te beginnen met zoekacties naar alle genoemde onderwerpen.”
Tot slot een persoonlijke vraag: waarom ben jij je gaan inzetten voor (r)emigranten?
“Ik heb als taalkundige altijd onderzoek gedaan naar Nederlandse leenwoorden en ook uitleenwoorden: woorden die andere talen uit het Nederlands hebben overgenomen. Daar hoort dit een beetje bij, want als je kijkt naar de verspreiding van de Nederlandse taal is het niet alleen interessant om de verspreiding van woorden te bestuderen, maar ook het gebruik van het Nederlands elders. Dat aspect interesseerde mij wel, ik wilde graag eens onderzoeken hoe het Nederlands in het buitenland gebruikt wordt en bijvoorbeeld ook hoe emigranten tegen hun moedertaal aankijken, en of hun identiteit deels bepaald wordt door het Nederlands.
Een extra leuk aspect aan het onderzoek was dat er grappige weetjes boven kwamen over gewoonten en gebruiken van Nederlanders en Vlamingen in het buitenland. En moppen en clichés die over hen verteld worden, die ook tonen hoe zij zichzelf daar als Nederlanders en Vlamingen zien. Over de vermeende gierigheid en zuinigheid van de Nederlander bleken veruit de meeste moppen te bestaan, zoals: ‘Hoe begint een Nederlands kookboek? Leen een ei.’
Maar interessant én belangrijk was natuurlijk vooral dat duidelijk werd dat de emigranten binding willen houden met de Nederlandse taal, cultuur en literatuur en dat we ze hierbij kunnen ondersteunen. Het is mooi dat we deze doelgroep nu een platform kunnen bieden binnen mijnNederlands, dat in zijn geheel alle mensen in de wereld samenbrengt die iets met het Nederlands hebben en doen. Het toont de netwerkfunctie van de Nederlandse taal. MijnNederlands laat heel mooi zien dat het Nederlands over de hele wereld verspreid is.”
Nicoline van der Sijs is als taalkundige/onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT). Ze studeerde Slavische taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 2001 in Leiden op het Chronologisch woordenboek van het Nederlands. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. Van 2013 tot haar emeritaat in 2021 was ze hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands in de digitale wereld aan de Radboud Universiteit. Ze is auteur van vele boeken over de geschiedenis van het Nederlands en de etymologie van de Nederlandse woordenschat.
Geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen zijn een minder zichtbare doelgroep in de Nederlandstalige maatschappij. Het is vanuit het perspectief van taalbeleid voor de Taalunie belangrijk ook aan deze groep aandacht te besteden. Catia Cucchiarini, senior beleidsadviseur bij de Taalunie: “In vorige eeuwen verhuisden emigranten veelal definitief naar een ander land of continent, en waren de contacten met het geboorteland spaarzaam. In de eenentwintigste eeuw is deze situatie radicaal veranderd: via de sociale media en het internet kunnen emigranten direct contact houden met vrienden en familieleden in hun geboorteland en op de hoogte blijven van ontwikkelingen. Het behoud van de moedertaal wordt tegenwoordig als belangrijk gezien. De vraag is hoe dit in de praktijk uitpakt en of er daarbij beleidsmatige of praktische ondersteuning nodig is. In 2019 voerde Nicoline van der Sijs bij het Meertens Instituut in opdracht van de Taalunie het pilotonderzoek Vertrokken Nederlands uit om dit na te gaan. De pagina voor (r)emigranten op mijnNederlands is hiervan een resultaat.”
Op het online platform mijnNederlands komen sprekers van het Nederlands over de hele wereld dichter bij elkaar. Zij krijgen er een plek waarop ze duurzaam informatie, materialen, expertise en contacten met elkaar kunnen delen.