In deze maandelijkse rubriek van Taalunie:Bericht vragen we het studenten, docenten en onderzoekers. In deze editie vertelt Aga Stefaniak, senior recruiter bij de Nederlandse accreditatie-instantie, haar verhaal aan de hand van vier vragen.
Welke studie heb je gevolgd?
Ik haalde mijn bachelordiploma Neerlandistiek aan de Adam Mickiewicz-Universiteit in Poznań, Polen. Dit was mijn tweede studie: ik was toen al bezig met mijn master Etnolinguïstiek aan dezelfde universiteit. Na mijn bachelor heb ik nog twee semesters Neerlandistiek gedaan aan de Universiteit in Wenen als deelneemster aan een uitwisselingsprogramma. Het was een geweldige ervaring om van het buitenlandse studentenleven te proeven – en zo in aanraking te komen met een internationale groep studenten met wie je toch iets bijzonders gemeen hebt: passie voor het Nederlands!
Waarom ben je deze studie gaan doen?
Ik vond het altijd al erg leuk om vreemde talen te leren en koos daarom voor mijn studies taalkunde en filologie. Het Nederlands vond ik altijd al een heel mooie taal: ik vind deze taal erg mooi klinken – en vind de uitspraak zo ontzettend bijzonder! Daarnaast was het Nederlands toen helemaal niet populair als vreemde taal in Polen. Dat maakt het nog leuker om te leren én bood in eenzelfde beweging ook nog eens mooie arbeidskansen.
Wat doe je nu met het Nederlands? Hoe gebruik je de kennis die je in je studie hebt opgedaan voor jouw werk?
Ik woon al vijf jaar in Nederland en gebruik het Nederlands dagelijks: zowel op mijn werk als thuis en met vrienden. Na het afronden van mijn studie sprak ik vloeiend Nederlands en had ik goede schrijfvaardigheid en kennis van grammatica op zak: een degelijke basis die ik met de praktijk kon beginnen aanvullen toen ik naar Nederland verhuisde.
En die verhuis bleek bijzonder waardevol te zijn: je leert toch anders in een volledig Nederlandstalige omgeving! Ook de kennis van de Nederlandse cultuur, feestdagen en gewoontes én de Nederlandse mentaliteit, die ik tijdens mijn studie heb opgedaan, maakte de ‘inburgering’ soepeler. Het was bijvoorbeeld even wennen aan de Nederlandse directheid, maar je ziet snel dat er efficiëntie achter schuilt, waardoor je ermee leert omgaan.
Nederlands is dus zowel in mijn professioneel als privéleven mijn voertaal. Ik gebruik het Nederlands veel meer dan mijn moedertaal – en vandaag dénk ik zelfs in het Nederlands, in plaats van in het Pools. Zo snel kan dat gaan! (lacht)
Wat vind je het mooiste Nederlandse woord?
Goh, dat vind ik een heel moeilijke vraag! Ik denk dat ik niet echt ‘favoriet’ woord heb, maar er is wel één woord dat ik heel grappig vind: ‘onfortuinlijk’. Volgens mijn partner ben ik de enige die dat woord gebruikt, maar het staat wél in de Van Dale! (lacht)
Nederlands internationaal
De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit te bouwen en met elkaar te verbinden. Studenten, docenten en onderwijsinstellingen, die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn, ontvangen verschillende vormen van steun. Verdere duurzame relaties komen er bijvoorbeeld door de juiste partners met elkaar in contact te brengen, door financiële ondersteuning van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten, maar ook door het toegankelijk maken van deskundigheidsbevordering, cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen.
Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal.