15 dec 2022

Ministers zetten doelen uit voor de Taalunie in 2023

De bibliotheek van het onlangs heropende Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen vormde op 12 december 2022 het decor voor de zevenennegentigste bijeenkomst van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. Minister Dijkgraaf, minister-president Jambon, minister Weyts, staatssecretaris Uslu, en mevrouw Hiwat-Mahabiersing als vertegenwoordiger van de Surinaamse minister Levens, bespraken met de algemeen secretaris werking en toekomstplannen van de Taalunie in 2023 en gingen ook dieper in op het belang en de voortgang van de versterking van de neerlandistiek binnen en buiten het taalgebied.

Jaarplan 2023

Het jaarplan 2023 gaat uit van strategische doelstellingen, waarvan zeven op het vlak van beleid:

-        De digitale taalinfrastructuur voor het Nederlands optimaliseren
-        De benutting van de bestaande taalinfrastructuur voor het Nederlands stimuleren
-        De toegankelijkheid van het Nederlands in diverse sectoren vergroten
-        De kwaliteit van het onderwijs Nederlands in Nederland en Vlaanderen versterken
-        De kwaliteit van het onderwijs Nederlands in de buurtaalregio’s versterken
-        Een slagvaardige en toekomstbestendige neerlandistiek uitbouwen
-        De samenwerking met Suriname, de Caribische eilanden en Zuid-Afrika versterken

Die doelstellingen worden vertaald naar specifieke acties voor 2023, met onder meer een versnelde realisatie van de elektronische Algemene Nederlandse Spraakkunst (e-ANS). Daarnaast berust de werking van de Taalunie ook in grote mate op regulier beleid met bijvoorbeeld de ondersteuning van grote partners zoals het Instituut voor de Nederlandse Taal of de DBNL, en vakgroepen Nederlands over de hele wereld.

Neerlandistiek

Voormalig Vlaams diplomaat Axel Buyse voerde de afgelopen maanden gesprekken over de neerlandistiek en deelde zijn bevindingen met de ministers. Over de uitvoering van het impulstraject, een extra ondersteuning voor de internationale neerlandistiek, kregen de ministers een stand van zaken waarbij ze vroegen om zichtbare voortgang voor belanghebbenden en het vervolg ervan te agenderen. Dit werd gevolgd door een gedachtewisseling, waarbij de ministers het belang van het wereldwijde onderwijs en onderzoek van het Nederlands onderstreepten.  Er wordt verder een open dialoog gevoerd over de versterkende rol van cultuur voor het Nederlands.

Onderwijs Nederlands in de buurregio’s

Het Comité onderschreef de vernieuwde doelstellingen voor de ondersteuning van het Nederlands in het leerplichtonderwijs in Frans- en Duitstalig België, de Duitse bondslanden Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen, en de Franse regio Hauts-de-France. De Taalunie heeft een aanvullende rol ten opzichte van de overheden van de betrokken regio’s en wil, zoveel mogelijk in samenwerking met hen, bijdragen aan duurzaam, aantrekkelijk en kwaliteitsvol onderwijs Nederlands in alle reguliere onderwijsvormen. Daarbij wordt in eerste instantie ingezet op de leerkrachten Nederlands, op informatie over het Nederlands, het aanbod Nederlands voor de arbeidsmarkt en interregionale samenwerking.

Organisatorische kwesties

Tot slot kwamen ook enkele organisatorische zaken aan bod zoals de modernisering van de rechtspositieregeling van het personeel van het algemeen secretariaat en de samenwerking met Suriname in het kader van de associatieovereenkomst.

Verder werd er nog vooruitgekeken naar de volgende bijeenkomst van de Interparlementaire Commissie van 6 februari 2023, de komende benoemingen en samenstelling van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, de Week van het Nederlands en de voorbereiding van het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2023-2027 van het Instituut voor de Nederlandse Taal, dat tijdens de volgende bijeenkomst van het Comité in juni 2023 zal worden besproken.