In deze maandelijkse rubriek van Taalunie:Bericht vragen we het studenten, docenten en onderzoekers. In deze editie vertelt Martin Hílek, buitenlands correspondent en redacteur bij RTVS (een Slowaakse radio- en tv-omroep) in Brussel zijn verhaal aan de hand van enkele vragen.
Welke studie heb je gevolgd?
Ik studeerde vertalen en tolken (Duits en Nederlands) aan de Faculteit der Letteren op de Comenius Universiteit te Bratislava.
Waarom ben je deze studie gaan doen?
Ik begon te studeren in de jaren ‘90. Toen werden bij ons Nederland en België - en dus ook het Nederlands als taal - nog als relatief exotisch beschouwd. Dit was de periode kort na de val van het IJzeren Gordijn: wanneer West- en Oost-Europa elkaar leerden kennen – zowel op politiek, cultureel als economisch gebied.
Maar daarvoor kende ik Nederland en België enkel uit de boeken en documentaires. Toch trok dit deel van Europa me aan: vooral de geschiedenis en cultuur boeiden me mateloos.
Toen de studieafdeling Nederlands voor het eerst opende, nam ik meteen die kans. Niet alleen wegens mijn persoonlijke interesses, maar ook met het oog op mijn professioneel leven: kennis van een vreemde taal is tenslotte altijd goed wanneer je op zoek bent naar een nieuwe baan!
Wat doe je nu met het Nederlands? Hoe gebruik je de kennis van de taal en cultuur die je in je studie hebt opgedaan? En wat levert dat op voor jouw werk?
Als ik heel eerlijk ben, gebruikte ik tot voor kort nauwelijks Nederlands in mijn werk. (lacht) Onmiddellijk na mijn afstuderen begon ik tenslotte als journalist, redacteur en presentator bij de Slowaakse radio. Of, met andere woorden: mijn belangrijkste werktaal was mijn moedertaal, Slowaaks. Ik gebruikte het Nederlands zeer zelden: enkel tijdens dienstreizen naar België en Nederland, waar ik verslagen voor programma’s voorbereidde.
Maar drie jaar geleden veranderde dit. Want toen kreeg ik het unieke aanbod om in Brussel te gaan werken als correspondent voor de Slowaakse televisie en radio. Daar was ik natuurlijk ontzettend blij mee! (lacht)
Dankzij deze job krijg ik opnieuw de kans om regelmatig met het Nederlands in contact te komen, ondanks dat ik me voornamelijk bezighoud met Europese zaken. Zo ben ik ook vaak betrokken bij de berichtgeving van evenementen in België en Nederland. Bij dit soort projecten maak ik dan wel echt gebruik van de kennis die ik tijdens mijn studie heb opgedaan.
Verder probeer ik de Slowaakse kijker regelmatig interessante, lokale onderwerpen aan te bieden. Dat kan gaan over klassieke zaken, zoals het kweken van tulpen in Nederland of het brouwen van kerstbier in België - maar het gaat ook verder dan dat. Zo vind ik het persoonlijk erg belangrijk om te informeren over actuele gebeurtenissen die verband houden met Slowakije. Denk bijvoorbeeld aan een herdenkingsbijeenkomst voor Tsjechoslowaakse piloten die tijdens de oorlog zijn neergeschoten bij Hollands Kroon, of het dodelijk ongeluk van vier jonge mensen uit Slowakije in de buurt van Gent.
Ik geloof er stellig in dat, als je met de lokale bevolking in hun moedertaal kan communiceren tijdens zulke reportages, het eindresultaat authentieker en menselijker overkomt.
Wat vind je het mooiste Nederlandse woord?
Dat is een moeilijke vraag... (lacht) Maar ik hou van het woord groetjes. Je ziet en je hoort er alles in wat volgens mij typisch voor het Nederlands is: de zachte g, de oe, en het verkleinend tje.
Nederlands internationaal
De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit te bouwen en met elkaar te verbinden. Studenten, docenten en onderwijsinstellingen, die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn, ontvangen verschillende vormen van steun. Verdere duurzame relaties komen er bijvoorbeeld door de juiste partners met elkaar in contact te brengen, door financiële ondersteuning van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten, maar ook door het toegankelijk maken van deskundigheidsbevordering, cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen.
Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal.