Foto: Surinaams minister van onderwijs, wetenschap en cultuur Marie Levens (rechts) en
algemeen secretaris Kris Van de Poel (links).
Begin oktober bracht een delegatie van de Taalunie onder leiding van de algemeen secretaris een werkbezoek aan Suriname. De Taalunie verbindt als beleidsorganisatie voor het Nederlands de landen waar het Nederlands een officiële taal is. En daar hoort dus ook Suriname bij. Vanwege de afstand en de andere economische en demografische omstandigheden is Suriname op een bijzondere manier verbonden, namelijk als geassocieerd lid. Dat betekent dat Suriname niet bijdraagt aan de algemene begroting van de Taalunie maar wel kan aansluiten bij activiteiten waar dat nuttig en mogelijk is. Het werkbezoek had als voornaamste doelstelling om, samen met de Surinaamse overheid en andere betrokkenen, te bekijken hoe die samenwerking versterkt kan worden.
Onderwijs: visie op taalcompetentie
Surinaams minister van onderwijs, wetenschap en cultuur Marie Levens en algemeen secretaris Kris Van de Poel wisselden van gedachten over hoe de Taalunie kan bijdragen aan de ontwikkeling van een visie op taalcompetentie in het Surinaamse onderwijs. De adviezen en visieteksten die de Taalunie de afgelopen jaren formuleerde over onderwerpen als ‘begrijpend lezen’ en ‘taalcompetente leraren’ kwamen immers in Nederland-Vlaams verband tot stand, en gaan uit van de situatie in de Lage Landen. De Taalunie heeft de ambitie om, op basis van de inzichten van lokale experts, een visie op taalcompetentie uit te werken die bij het onderwijs en de meertalige samenleving van Suriname past. Bij het uitwerken daarvan is een bijzondere rol weggelegd voor de Surinaamse raadscommissie voor de Taalunie en de Nationale Taalraad.
Kris Van de Poel, algemeen secretaris van de TaalunieMet een gedragen, onderbouwde en tegelijk ambitieuze visie op taalcompetentie die aansluit bij de Surinaamse realiteit wil de Taalunie een concrete bijdrage leveren aan het Surinaamse onderwijsbeleid
Taal: aansluiting op bestaande taalinfrastructuur
Een tweede doelstelling van het bezoek was het verbeteren van de aansluiting van Suriname op de bestaande taalinfrastructuur voor het Nederlands. Zo werd de Braille Autoriteit voor de Nederlandse Taal, die ondergebracht is bij de Taalunie, aangevuld met een partnerorganisatie uit Suriname. Gabriëlle Kenswiel, de Surinaamse beleidssecretaris van de Taalunie, legde ook contacten voor gesprekken over begrijpelijke overheidstaal en de opname van authentiek tekst- en geluidsmateriaal (zoals kranten en openbare debatten) uit het land in databanken en corpora waarin het Nederlands wordt beschreven. Ook de derde Surinaamse editie van de Staat van het Nederlands kwam aan bod in een gesprek met het Instituut voor de Opleiding van Leraren, dat de Surinaamse partner is in dat project.
Cultuur: uitreiking Ibis-prijs en activiteiten voor leesbevordering
Een derde en laatste focus van het bezoek was cultuur. De Taalunie maakte samen met het directoraat cultuur de nieuwe Ibisprijs mogelijk, die op 8 oktober voor het eerst werd uitgereikt. De delegatie voerde ook gesprekken over het literaire landschap en de bevordering van de leescultuur in het land. Het werkbezoek vond overigens plaats tijdens de Week van het Nederlands, een bewuste keuze om de activiteiten die in die week in Suriname werden georganiseerd, extra te ondersteunen. Het ging onder meer om de voorstelling van de resultaten van de canonenquête, een openingscollege van de nieuwe masteropleiding Nederlands aan de Anton de Kom Universiteit, en leesbevorderingsactiviteiten in verschillende wijken van Paramaribo.
Suriname zal ook weer vertegenwoordigd zijn op het volgende Comité van Ministers van de Taalunie op 12 december. Het werkbezoek biedt een vruchtbare basis om dan ook voorstellen te bespreken die verdere invulling geven aan het werkplan Suriname 2022-2024.