Over MediterraNed
De internationale neerlandistiek kent wereldwijd verschillende regionale docentenplatforms waarbinnen losser of nauwer samengewerkt wordt. Met steun van de Taalunie komen de platforms eens per twee of drie jaar samen, maar ook tussen de bijeenkomsten door werken zij vaak hecht samen. Ze organiseren bijvoorbeeld gezamenlijk zomercursussen voor studenten, nodigen gastdocenten uit of werken samen aan onderzoek of lesmateriaal.
MediterraNed is het platform van afdelingen Nederlands in de landen rond de Middellandse Zee: Turkije, Israël, Italië, Spanje en Portugal. De laatste bijeenkomst werd georganiseerd in Trieste door Dolores Ross en Paola Gentile.
Doelstellingen en opzet van de bijeenkomst
Het doel van de bijeenkomst? Het verleggen van de grenzen van de mediterrane neerlandistiek. Dit jaar verkenden deelnemers niet alleen de traditionele paden van taalverwerving, taalkunde en letterkunde, maar tastten ze ook nieuwere disciplines af. Of, met andere woorden: het was niet langer een puur wetenschappelijke bijeenkomst waar papers worden voorgesteld en bediscussieerd, maar het evenement vervulde ook een rol in het beleid van het netwerk.
De focus lag op de bemiddeling tussen het Nederlands en de doeltaal/cultuur, aangezien de verwerving van vertaal- en tolkcompetenties bij de lespraktijk van een groeiend aantal vakgroepen neerlandistiek behoort. En dat is niet alles: denk bijvoorbeeld ook aan lokaliseren, het afstemmen van diensten en producten op de lokale cultuur: een vaardigheid die steeds meer gevraagd wordt in deze tijd van globalisering. Daarnaast hanteerden de organisatoren naast een klassiek, wetenschappelijk traject een sterk beleidsgeoriënteerde insteek. Er werd eveneens een werkgroep sociale media opgericht om meer zichtbaarheid te geven aan de activiteiten van de neerlandistiek in de regio. Er was een forum voor gezamenlijke besprekingen, een paneloverleg en ruimte voor de uitwisseling van goede praktijken. Belangrijke vragen die aan de orde kwamen: waar staan we nu, waar willen we heen, wat is de toekomst van onze regio?
De bijeenkomst was de laatste die georganiseerd werd door Dolores Ross. Dit jaar neemt zij afscheid van de afdeling om met pensioen te gaan – en zal Paola Gentile deze rol van haar overnemen. Hoe zien zij de rol van het netwerk – en specifiek van de Italiaanse neerlandistiek?
Paola Gentile en Dolores Ross over de rol van het netwerk MediterraNed, en specifiek van de Italiaanse neerlandistiek
“De neerlandistiek is en blijft een niche-vak binnen het Italiaanse universitaire stelsel – en in de hele regio van MediterraNed. Dat betekent dat wij voortdurend moeten strijden om erkenning en waardering, en dat lukt alleen door kwaliteit te bieden, zowel qua onderwijs als qua onderzoek. De vakgroep Nederlands van de SSLMIT (Opleiding Tolk/Vertaler) van de Universiteit van Trieste heeft in de afgelopen twee decennia te maken gekregen met een geleidelijke afkalving van het docentenbestand totdat Trieste een eenpersoonsvakgroep werd. Dat wil zeggen: één vaste docent, bijgestaan door een paar docenten die met jaarcontracten werken.
“Onze doelgroep was vroeger uitsluitend de studentenpopulatie, met als belangrijkste doelstelling: streven naar redelijke studentenaantallen door zoveel mogelijk kwaliteitsonderwijs te bieden. In een recenter verleden is het zwaartepunt van de activiteiten enigszins verlegd en is de vakgroep zich meer gaan richten op buitenacademische partijen. Er werden steeds meer publiekspresentaties van schrijvers en boeken georganiseerd, met medewerking van de diplomatieke vertegenwoordigingen en de letterenfondsen. De eigen studenten kregen een breder aanbod van activiteiten en seminars dat werd afgestemd op de situatie van de arbeidsmarkt, zoals juridisch tolken en vertaling in de marketingsector. Daarnaast is de vakgroep zich gaan toeleggen op gezamenlijke projecten – aanvankelijk binnen de Italiaanse neerlandistiek, vervolgens ook met andere vakgroepen buiten Italië. Het belang van een sterk netwerk en van een serieuze krachtenbundeling is inmiddels in Italië en de hele regio goed doorgedrongen.
“Twee trends lijken duidelijk. Ten eerste, de eenpersoonsvakgroep biedt te weinig stimulansen aan de huidige Gen-Z studenten, waardoor de concurrentie met de grote talen en vakgroepen (te) groot kan worden. Bovendien ontbreekt bij deze one-(wo)manformule het noodzakelijke overleg over onderzoek en beleidskwesties, terwijl dat juist de motoren van de vooruitgang in de neerlandistiek zijn. Met een team kan de vakgroep neerlandistiek anno 2022 dynamisch zijn, creatief uit de hoek komen, handig worden in het bespelen van de sociale media en op deze manier ijveren voor een grotere betrokkenheid van de studenten. Die betrokkenheid wordt niet alleen tot stand gebracht met behulp van goede traditionele en extra cursussen, maar ook door de studenten in te zetten voor de promotie van het Nederlands en assistentie voor jongerejaars. Dat zorgt voor een gevoel van saamhorigheid: “wij horen bij de club Nederlands”. Een dergelijke betrokkenheid moet eveneens gelden voor de alumni. Zo kunnen zij hun expertise delen met de toekomstige bestormers van de arbeidsmarkt – en kunnen ze de docenten van de vakgroep adviseren en bijstaan betreffende de ontwikkeling en diversificatie van het extra-curriculaire aanbod.
“Ten tweede, moet een vakgroep een team van minstens twee vaste docenten hebben, waarbij de één een moedertaalspreker is, en de andere de spreker van het land waarin gewerkt wordt. Dit omdat de echte meerwaarde van de internationale neerlandici ligt bij het feit dat zij tussen twee talen en culturen staan - en als gevolg weten hoe je deze met elkaar in verbinding brengt. Of, met andere woorden: een gemengd team zorgt voor de hoogste kwaliteit en de beste verbindingen.”