In de maandelijkse rubriek van Taalunie:Bericht vragen we het studenten, docenten en onderzoekers. In deze editie vertelt Niels Timmermans, woordvoerder van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie, zijn verhaal aan de hand van vier vragen.
Welke studie heb je gevolgd?
Ik ben gestart met een bacheloropleiding toegepaste taalkunde aan de KU Leuven in Antwerpen. Tijdens mijn studie kreeg ik de kans om als eerste student ooit het bidiplomatraject met de universiteit van Trieste te volgen. Dit is een iets atypischer kader dan het standaardtraject, want het geeft je de bijzondere mogelijkheid om een extra taal te studeren en een stage te doen in Trieste. Ik studeerde Nederlands, Duits, Italiaans en Frans – en eindigde, zoals de naam van het traject al doet vermoeden, met twee diploma’s: één van de KU Leuven in Antwerpen en één van de Università degli Studi di Trieste.
Daarna besloot ik om nog een master journalistiek, met de focus op buitenlandse politiek, te gaan doen: ook bij de KU Leuven in Antwerpen. Mijn liefde voor talen, communicatie en schrijven werd dus al redelijk vroeg gevoed!
Waarom ben je deze studie gaan doen?
Eerst en vooral: om mijn passie voor talen, natuurlijk! (lacht) Ik vind het fantastisch om met mensen te kunnen praten in hun eigen taal: dat is de deur naar hechtere relaties, diepere vriendschappen en meer begrip. Elkaar écht begrijpen en verstaan, dat is geld waard.
Ik was dus op zoek naar een opleiding die taal erg praktisch onderzoekt en uitdiept, tot ver voorbij enkel het theoretische aspect. Daarnaast had ik ook altijd het idee om de journalistiek in te gaan. En hoewel mijn job zich nu aan de andere kant van de journalistiek bevindt, heb ik toch echt het idee dat mijn studies me elke dag opnieuw verder helpen in mijn job. Talen en communicatie zijn mijn favoriete skills om te verfijnen en uit te diepen – en dat mag ik nog altijd elke dag doen.
Wat doe je nu met het Nederlands? Hoe gebruik je de kennis van de taal en cultuur die je in je studie hebt opgedaan? En wat levert dat op voor jouw werk?
Wel, ik kan eerlijk zeggen dat ik al mijn talen bijna elke dag gebruik. Hier is het eigenlijk de ongeschreven regel om je eigen voorkeurstaal te mogen gebruiken. Frans wordt vaak gebruikt op de Permanente Vertegenwoordiging, maar ook Nederlands hoor je uiteraard regelmatig in de gangen passeren. Daarnaast passeren in mijn werk ook Duits, Engels en Italiaans regelmatig de revue – en gebruik ik mijn vijf talen dus regelmatig op één dag. En dat vind ik superfijn: zo hou je ze actief en blijf je bijleren.
Mijn Nederlands, en dus moedertaal, gebruik ik het liefst als schrijftaal. Zeker naar de pers toe, in journalistieke teksten, is mijn eigen taal toch nog altijd het meest vanzelfsprekend om zelfzeker en helder over te komen. Daarnaast vind ik het Nederlands bijzonder rijk aan beeldspraak en uitdrukkingen, waar ik persoonlijk dol op ben. Die gebruik ik dus regelmatig in mijn eigen berichten.
Italiaans is mijn favoriete vreemde taal, ik heb ook een jaartje in Italië gewoond, maar het Nederlands is een van mijn belangrijkste werkinstrumenten, gezien mijn contact met de Nederlandstalige pers. In deze wereld is het ontzettend belangrijk om helder taalgebruik te hanteren: je gebruikt je taal tenslotte in een wereld vol jargon en vaktaal. Het is onder andere onze taak om een Europese context naar een Belgische context te vertalen - en dan kan je maar beter dicht bij je moedertaal staan!
Wat vind je het mooiste Nederlandse woord?
Ik twijfel tussen twee woorden. Enerzijds hou ik van het woord gezellig, zeker met de Vlaamse, zachte g. Dat woord op zich is ook écht gezellig. Maar als ik dan toch moet kiezen, staat goesting met stip op nummer één, misschien niet bijster origineel. Goesting draagt iets inherent gezelligs en knus in zich – en heeft geen equivalent in een andere taal. Het is dus écht uniek! Verder vind ik het ook speciaal dat je een beetje doordrongen moet zijn van de Belgische en Vlaamse cultuur om oprecht te begrijpen wat goesting betekent en in zich meedraagt. Heel erg speciaal, vind ik dat. (lacht)
Nederlands internationaal
De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit de bouwen en met elkaar te verbinden. We versterken het internationale onderwijs en onderzoek van het Nederlands door het bieden van ondersteuning aan studenten, docenten en onderwijsinstellingen die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het financieel ondersteunen van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten, maar ook door het beschikbaar stellen van cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen.
Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal.