24 aug 2022

Nederlands in de wereld

Per jaar volgen zo’n 14.000 studenten in veertig verschillende landen een opleiding Nederlands aan een universiteit of hogeschool. Van China tot Argentinië, van Amerika tot Indonesië, en dichter bij huis, zoals in België, Duitsland en Polen. Waarom eigenlijk?

In de maandelijkse rubriek van Taalunie:Bericht vragen we het studenten, docenten en onderzoekers. In deze editie vertelt France Gilliaux, lesgever NVT in het secundair onderwijs op een school in Namen, haar verhaal aan de hand van vier vragen.

1. Welke studie heb je gevolgd?

Master in Taal- en letterkunde - Germaanse talen: Nederlands en Engels, een bachelor aan de Université de Namur (Namen) en een master aan de KU Leuven. 

2. Waarom ben je deze studie gaan doen?

Als Franstalige in België heb ik het Nederlands altijd een ontzettend mooie en aangename taal gevonden en ik wilde deze passie doorgeven aan jongeren. Toen ik jong was heb ik zomerse taalstages gevolgd bij Depauw Taalvakanties, waarbij ik in contact kwam met Vlamingen. Ik vond de Vlaamse sportmonitors en taalleraars zo leuk en dynamisch! Zij organiseerden grootschalige waterspelletjes in de duinen, dat was geweldig. Ik bewaar daar zeer mooie herinneringen aan. (glimlacht)

3. Wat doe je nu met het Nederlands? Hoe gebruik je de kennis van de taal en cultuur die je in je studie hebt opgedaan? En wat levert dat op voor jouw werk?

Ik geef nu les op een middelbare school in Namen: Etablissement des Soeurs de Notre-Dame Namur - ESND. In onze school bestaat er een richting immersie Nederlands, waarbij een deel van de leerlingen de helft van hun lessen in het Nederlands volgt. Ze krijgen bijvoorbeeld, naast hun les Nederlands en mondelinge expressie, ook het vak aardrijkskunde en geschiedenis in de taal van Vondel.

Een deel van deze leerlingen zit al ‘in immersie’ (krijgt onderwijs in het Nederlands) vanaf de derde kleuterklas. Bij hen zien we toch een groot verschil in taalverwerving: zo durven ze bijvoorbeeld sneller aan het woord te komen en aarzelen ze minder. Ook valt het ons op dat deze leerlingen strategieën hebben ontwikkeld om alles wat ze horen en lezen beter en efficiënter te begrijpen. Net om deze reden probeer ik ook niet-immersie-leerlingen voor het Nederlands te motiveren: dat doe ik door zoveel mogelijk aangename en authentieke activiteiten aan te bieden.

Gelukkig is onze school heel actief. We organiseren allerlei uitstapjes in taaluitwisselingen: zowel in Nederland als in Vlaanderen. Zo gaan we elk jaar met onze vierdejaars op verkenning naar Gent of Antwerpen. En in het kader van het FIFF-festival van Namen, gaan we elk jaar met al onze leerlingen van de derde graad een Vlaamse film of enkele kortfilms zien. Deze films bespreken we dan later in de klas. En dat is niet alles! Want we hebben ook al de mooie kans gekregen om Stijn Coninx, Jan Decleir en allerlei jonge filmregisseurs in levenden lijve te ontmoeten! Verder hebben we ook al tv-opnames bijgewoond, aan een literair festival deelgenomen, en nodigden we onlangs Christophe Deborsu uit om over het verschil tussen de Vlaamse en Waalse pers te praten.

Verder hebben onze leerlingen het boek Gaz. Pleidooi van een gedoemde moeder van Tom Lanoye gelezen én hebben ze daarna de theatervoorstelling met Viviane de Muynck als hoofdrol bijgewoond. Ze hebben ook aan een wedstrijd deelgenomen om het Nederlands te promoten, waarbij ze een videoclip in het Nederlands hebben gemaakt. Tot slot wordt er in onze school ook elk jaar het CNaVT-examen georganiseerd van niveau B1 tot C1. Er valt dus altijd iets in het Nederlands te beleven in onze school! (lacht)

4. Wat vind je het mooiste Nederlandse woord? 

 Als ik een woord moet noemen, dan denk ik onmiddellijk aan woorden zoals naaktslak of wandelende tak die in het Frans gewoon als ‘limace’ of ‘phasme’ worden vertaald. Ik vind de Nederlandse vertaling speels en creatief en ik vind het persoonlijk leuk hoe het Nederlands bestaande woorden samenstelt om er nieuwe woorden van te maken. Ik hou ook van het werkwoord ijsberen. (glimlacht)

Nederlands internationaal

De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit de bouwen en met elkaar te verbinden. We versterken het internationale onderwijs en onderzoek van het Nederlands door het bieden van ondersteuning aan studenten, docenten en onderwijsinstellingen die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het financieel ondersteunen van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten , maar ook door het beschikbaar stellen van cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen.

Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal