In de nieuwe maandelijkse rubriek van Taalunie:Bericht vragen we het studenten, docenten en onderzoekers. In deze editie vertelt Steven Giraldo, communitymanager aan het ministerie van onderwijs van de Franse gemeenschap in Brussel, zijn verhaal aan de hand van enkele vragen.
1. Welke studie heb je gevolgd?
Eerst een bachelor toegepaste taalkunde en daarna een master in het tolken. Na Spaans, Frans en Engels, is Nederlands mijn vierde taal. In het lager kreeg ik les in het Spaans, in het secundair in het Frans en in het hoger in het Nederlands. Dat was even wennen, maar is gelukkig wel gelukt! Ik had veel geluk dat ik op de Vrije Universiteit Brussel (VUB) in kleinere klassen les volgde, waardoor de leerkrachten toegankelijker zijn – en zo meer individuele tips en hulp kunnen bieden. Ik heb ontzettend fijne herinneringen aan mijn tijd op de VUB.
2. Waarom ben je deze studie gaan doen?
Ik kom oorspronkelijk uit Colombia, en verhuisde in mijn kindertijd naar Wallonië. Meertaligheid was dus altijd al een deel van mijn dagelijks leven. Maar het Nederlands? Dat heb ik altijd al een aantrekkelijke, fantastische taal gevonden. Al toen ik kind was, vergeleek ik de verschillende talen op de achterkant van een flesje melk of een doos cornflakes: daar maakte ik dan een spelletje van. Later begon ik me dan ook te interesseren in de Nederlandse cultuur: die kende ik toen niet omdat ik ben opgegroeid in een Franstalige gemeenschap. Ik kwam hier en daar al wel in contact met het Nederlands, maar rond mijn twintigste ben ik het écht beginnen te oefenen en studeren. Dat was in het begin niet eenvoudig omdat ik geen moedertaalsprekers kende. Gelukkig veranderde dat vanaf het moment dat ik op de VUB zat – en er op dagelijkse basis mee in aanraking kwam.
3. Wat doe je nu met het Nederlands? Hoe gebruik je de kennis van de taal en cultuur die je in je studie hebt opgedaan? En wat levert dat op voor jouw werk?
Binnen mijn job werk ik actief mee aan verschillende projecten die binnen het Franstalig onderwijs het aanleren van Nederlands ondersteunen – onder andere door nieuwe leermiddelen. Dat ik zelf vlot Nederlands spreek, is uiteraard een troef voor mijn werkgever!
Maar ook in mijn vrije tijd probeer ik het Nederlands zoveel mogelijk aan te halen. Als ik een reportage of het journaal kijk, doe ik dat altijd in het Nederlands: een relatief eenvoudige manier om mijn taal op niveau te houden. Omdat de voertaal op mijn werk Frans is, en ik overdag dus zowel lees, spreek als schrijf in het Frans, zoek ik manieren om het Nederlands in mijn vrije tijd te integreren.
Zo koos ik er altijd bewust voor om mijn avondcursussen in een Nederlandstalige school te gaan volgen: dat is twee vliegen in één klap. Maar ik ga ook supergraag naar Nederlandstalig theater en ik ben dol op Vlaamse cinema. Ondertussen heb ik ook wat vrienden die Nederlands als moedertaal hebben: zij weten dat ik altijd te vinden ben om met hen op stap te gaan. (lacht) Verder luister ik ook heel graag naar Nederlandstalige muziek. Vandaag luister ik veel naar Metejoor: een Vlaams zanger waarvan ik vind dat hij erg mooie dingen schrijft. Maar het kan ook evengoed een feestelijk schlagernummer zijn, hoor! (lacht)
4. Wat vind je het mooiste Nederlandse woord?
Het zal misschien geen verrassing zijn, maar dat is natuurlijk ‘goesting’. Ik vind dit een fantastisch mooi Vlaams woord omdat het echt voor alles kan dienen. Het heeft bovendien ook nog eens een oorsprong in de Latijnse taal, waardoor je het in het Spaans, gusto, en in het Frans, le goût, terugvindt. Heel boeiend, vind ik dat!
5. Wil je nog iets extra vertellen?
Heel graag! Ik zou graag de tijd nemen om de Taalunie te bedanken. Als anderstalige zijn de Nederlandse lidwoorden soms een uitdaging voor mij en maak ik daar af en toe foutjes in als ik het niet even check. Voor variatie en bij complexere zaken consulteer ik graag woordenlijst.org. Dat doe ik al sinds ik tien jaar geleden begon met mijn studie. Ik vind echt dat de Taalunie fantastisch bezig is. Alle tools die de organisatie gratis lanceert, zijn onmisbaar en zo zo zo waardevol voor mensen die Nederlands willen leren.
Nederlands internationaal
De Taalunie wil de rol en meerwaarde van het Nederlands internationaal zichtbaar maken en beter benutten door het onderwijs, onderzoek en gebruik van de Nederlandse taal en Nederlandstalige cultuur te versterken en door internationale netwerken rond Nederlands verder uit de bouwen en met elkaar te verbinden. We versterken het internationale onderwijs en onderzoek van het Nederlands door het bieden van ondersteuning aan studenten, docenten en onderwijsinstellingen die buiten het taalgebied actief met het Nederlands bezig zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het financieel ondersteunen van netwerken, gastdocenten, gastschrijvers, conferenties en projecten , maar ook door het beschikbaar stellen van cursussen, toetsingsmogelijkheden en informatie over leermiddelen.
Meer informatie over het belang van het Nederlands internationaal.