25 jan 2018

De veelzijdige veeltaligheid van Zuid-Afrika

Zuid-Afrika kent maar liefst elf officiële talen. Naast het Engels en het aan het Nederlands verwante Afrikaans zijn er negen Bantoetalen: Zuid-Ndebele, Noord-Sotho, Zuid-Sotho, Swazi, Tsonga, Tswana, Venda, Xhosa en Zoeloe. Zuid-Afrika is dus een meertalig land bij uitstek. Een land dat zich ook inspant om die meertaligheid te bevorderen, al gaat dat niet altijd van een leien dakje. Precies daarom kunnen wij Nederlandstaligen heel wat van de Zuid-Afrikaanse situatie leren. Omgekeerd valt er voor Zuid-Afrika weer veel van ons te leren, bijvoorbeeld als het gaat om het ontwikkelen van een taalinfrastructuur.

Meertaligheid in Zuid-Afrika

In het openbare leven wordt in Zuid-Afrika vooral veel Engels gesproken. Het is de zogenoemde lingua franca, de voertaal om te communiceren, en daardoor ook de meest gebruikte taal in de media, bij bedrijven, in de politiek en bij officiële aangelegenheden. Daarnaast wordt het Afrikaans nog vaak als omgangstaal gebruikt. Hoewel Engels en Afrikaans in zowat het hele land worden gesproken, zijn beide talen voor veel inwoners toch niet hun eerste taal. Hun moedertaal is bijvoorbeeld Zoeloe, vooral in KwaZulu-Natal, of Xhosa, met name in de Oost-Kaap.

Tussen droom en daad

Om meertaligheid te bevorderen, schrijft de grondwet voor dat er op nationaal en provinciaal niveau in minstens twee talen moet worden gecommuniceerd. Het beleid is er dus op gericht de ontwikkeling van de lokale talen en meertaligheid te stimuleren, maar dat is in de praktijk niet altijd even evident. De keuze tussen Engels en Afrikaans wordt in veel gevallen niet als neutraal ervaren en de individuele Bantoetalen worden niet altijd en overal buiten de eigen groep begrepen, zodat ze niet zomaar dienst kunnen doen als voertaal binnen een ruimer gebied.

Dubbele lading

Ten opzichte van Engels als wereldtaal wordt Afrikaans soms nog steeds gezien als taal van de apartheid en dat maakt het gebruik ervan beladen. Niet iedereen wil Afrikaans praten. Tegelijkertijd is Afrikaans zeker geen exclusief blanke taal. Van de bijna 7 miljoen Zuid-Afrikanen die in 2011 Afrikaans als thuistaal opgaven, was de grootste groep kleurling: 3.442.164, gevolgd door blanken: 2.710.461. Daarnaast waren er nog 602.166 zwarten en 58.700 Aziaten met Afrikaans als thuistaal.

Talen lopen door elkaar

Ook de keuze voor een of twee lokale talen valt niet altijd even gemakkelijk te maken. De Bantoetalen bestaan uit twee groepen: de Nguni-groep en de Sotho-groep. Binnen deze twee groepen is sprake van een gedeeltelijk continuüm van onderlinge verstaanbaarheid. Venda en Tsonga vallen hier dus buiten. Veel zwarte Zuid-Afrikanen spreken meerdere inheemse talen en daarbij vindt ook wederzijdse beïnvloeding plaats: ze doorspekken hun eigen taal met woorden en zinnen uit andere talen en in de grote steden vormen zich in de omgang zelfs hybride talen die een beetje van alles bevatten. Zo wordt er regelmatig geswitcht van de ene taal naar de andere, binnen één gesprek en zelfs binnen één zin. Ook het Afrikaans zelf is aan deze evolutie onderhevig. Afrikaanstaligen hebben altijd andere talen in hun taal opgenomen en jongeren vermengen nu ook steeds meer Engels in hun Afrikaans.

Gebrek aan taalinfrastructuur

Een derde en laatste complicerende factor bij het bevorderen van meertaligheid in Zuid-Afrika, is dat Afrikaans en Engels de enige twee officiële talen zijn waarvoor al een behoorlijke taalinfrastructuur bestaat. Dat betekent onder meer dat er voor beide talen woordenboeken bestaan en dat er spelling- en grammaticaregels op schrift zijn gesteld. Voor de Bantoetalen is dat minder het geval, al bestaan er intussen in mindere en meerdere mate woordverzamelingen van. Doordat ze minder uitgebreid zijn beschreven, kunnen ze ook minder gemakkelijk in het onderwijs worden geleerd en minder aanspraak maken op de status van een voertaal die door meerdere groepen wordt gesproken.

Samenwerken voor meertaligheid

In 2010 zijn de Zuid-Afrikaanse nationale overheid en de Taalunie overeengekomen nauwer samen te gaan werken op het gebied van taal. Dit kwam voort uit de wederzijdse erkenning van de nauwe taalkundige band tussen Nederlands en Afrikaans, de perspectieven en kansen die deze band biedt voor het uitwisselen van talige kennis en ervaringen, en de overtuiging dat alle talen van Zuid-Afrika en ook het Nederlands zelf met deze uitwisseling hun voordeel kunnen doen. De samenwerking heeft dus voor ieder een eigen meerwaarde. In een eerste fase lag de focus van de nadere samenwerking op het ontwikkelen van nieuwe taaltechnologie. Inmiddels is deze verlegd naar de opbouw en ontsluiting van bronnen en voorzieningen voor alle Bantoetalen, bijvoorbeeld met behulp van de voor het Nederlands, Fries en Afrikaans ontwikkelde technologie van www.taalportaal.org.

Ondersteunen neerlandistiek

Net zoals in vele andere landen en regio’s ondersteunt de Taalunie in Zuid-Afrika ook het onderwijs Nederlands als Vreemde Taal en de neerlandistiek. Op acht Zuid-Afrikaanse universiteiten is er een afdeling Afrikaans-Nederlands, waar beide talen in samenhang worden bestudeerd. Aandachtspunten bij de ondersteuning aan het onderwijs en de studie Nederlands in Zuid-Afrika, zijn de grote afstanden binnen het land, het gegeven dat de transportkosten voor het verzenden van lesmaterialen hoog zijn en het feit dat er behoefte is aan meer moedertaalsprekende docenten binnen de NVT-opleidingen.

Cultuur

Tot slot werkt de Taalunie ook op cultureel vlak samen met Zuid-Afrika. Daarbij ligt de focus in de eerste plaats op ontmoeting en uitwisseling. Zo maakt de Taalunie het mede mogelijk dat Nederlandse en Vlaamse auteurs en muzikanten optreden in Zuid-Afrika, bijvoorbeeld op het grote Woordfees in Stellenbosch, en ondersteunt ze omgekeerd ook diverse culturele evenementen binnen het Nederlandse taalgebied waarin samenwerking met Zuid-Afrika centraal staat, zoals de Week van de Afrikaanse Roman. De samenwerking met Zuid-Afrika wordt op alle fronten voortgezet, om van elkaar te blijven leren en samen op zoek te blijven gaan naar een meertaligheidsbeleid waarin de verschillende talen in de Lage Landen en Zuid-Afrika het best tot hun recht komen.

Voor dit artikel is onder meer gebruikgemaakt van het artikel ‘Afrikaans is niet alleen’ van Ingrid Glorie, dat eerder verschenen is in Neerlandia, jaargang 119 (2015), nr. 3, pp. 26-29.
 

Nieuwe website over Afrikaans en Nederlands

De website Voertaal (www.voertaal.nu) is recent live gaan. Het is een gezamenlijk initiatief van Stichting Zuid-Afrikahuis Nederland (SZAHN) (Amsterdam, Nederland) en LitNet (Kaapstad, Zuid-Afrika). De website biedt een breed scala van artikelen aan over cultuur, literatuur, geschiedenis, politiek, toerisme en culinaria. Met de website wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de verbreding van de kennis van Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika en het Nederlands en Afrikaans en wordt gepoogd op een bescheiden manier een alternatief te bieden voor het Engels als lingua franca.